149 grote culturele belang, dat gediend wordt met een goede ver zorging van de muzikale vorming van de bevolking, met name van de jeugd, besloot de raad de bestaande subsidieregeling te wijzigen en aan te passen aan de veranderde omstandigheden. De algemene zang- en muziekschool werd bovendien uitgebreid met een afdeling volksmuziekschool, waardoor het mogelijk is het muziekonderwijs binnen het bereik van iedereen te brengen en een grotere belangstelling voor de muziek te kweken. i. Verplaatsbare kiosk Om spreiding van muziekuitvoeringen in de diverse wijken van de stad te bevorderen, besloot de raad in februari 1955 tot aankoop over te gaan van een verplaatsbare kiosk. j. Jeugdnatuurwerkafdeling Breda Midden 1956 werd in Breda opgericht een afdeling van de jeugdnatuurwacht, welke zich ten doel stelt de jeugd liefde voor en kennis van de natuur bij te brengen. De raad kende een jaarlijks subsidie toe in de activiteiten, k. Rapport "De mentaliteit van de jeugdigen te Breda" In de loop van 1954 werd door het gemeentebestuur van Bred; aan het Hoogveldinstituut te Nijmegen opdracht gegeven een on derzoek in te stellen naar de problemen, die omtrent de vrije tijdsbesteding van de rijpere jeugd in Breda bestaan. Dit onder zoek vond zijn weerslag in een zeer uitvoerig rapport. Om het onderzoek op meer praktische wijze te effectueren, werd de uit voerige studie in boekvorm samengevat en op ruime schaal ver spreid onder degenen, die op een of andere wijze bemoeienis hebben met jeugdvorming 1. St. Joostpenning Bij raadsbesluit van 15 december 1953 werd overgegaan tot instelling van een "St. Joostpenning", die ieder jaar zal wor den toegekend aan een van de begaafdste afgestudeerden der academie voor beeldende kunsten St. Joost. Naast de penning wordt betrokkene in het genot gesteld van een beurs "a fonds perdu", waaraan de verplichting tot het uitvoeren van een stu die-opdracht is verbonden. In het jaar 1954 heeft een jonge beeldhouwer de penning

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1953 | | pagina 149