214 inkomen van de kredietvrager. Zie in verband hiermede over zicht no. I waarin het aantal afgewezen aanvragen is ver meld Deze afwijzingen volgden echter niet alleen op grond van onvoldoend geachte financiële draagkracht maar in meerdere gevallen ook, omdat geoordeeld werd,dat het gevraagde krediet "bedrag van een particuliere geldgever zou kunnen worden ver kregen. In de verslagperiode kwamen geen noemenswaardige wanbeta lingen voor en dus ook geen executies van verbonden panden evenmin als uitkering wegens brandschade. In de jaren 1953 t/m 1956 kwamen er in Breda 901 eengezins door de eigenaar zelf bewoonde -woningen gereed; het aantal gemeentelijke kredietverstrekkingen bedroeg in die periode 428 of 47-g-$ van voormeld aantal particuliere woningen. Uit deze verhouding mag geconcludeerd worden,dat de gemeen telijke hypotheekregeling een belangrijke invloed moet hebben gehad op de toeneming van het eigen woningbezit en de regel matige voortgang van de particuliere woningbouw. Gezien ook het feit, dat kredietnemers hun verplichtingen op regelmatige wijze nakomen en meer dan dat, kan tevens gezegd worden dat de kredietverstrekking in het algemeen op verantwoorde wijze heeft plaatsgehad. Voor de diverse statistische gegevens moge naar de hierna volgende reeds enkele malen aangehaalde overzichten worden verwezen. Het hoofd van de gemeentelijke hypotheekbank, Th.C. DE WERD

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1953 | | pagina 214