285
D, NOODSLACHT I NGEN, WRAK VEE EN
AFGESLACHTE GESTORVEN SLACHTDIEREN
Alle noodslachtingenwrakke en gestorven slachtdieren
uit de kring worden naar het slachthuis te Breda gebracht om
ze aldaar te doen slachten. Een goed functionerende centrale
ophaaldienst zorgt voor het vlugge vervoer naar het slacht
huis. De keuring kan het gunstigst te Breda plaatsvinden.
Het slachten kan daar in een afzonderlijke noodslachtplaats
het zindelijkst geschieden. De hoofdopzichter, twee opzichters
en een 1e keurmeester verzorgen bij toerbeurt het toezicht
op de uren dat het slachthuis niet is opengesteld.
Tijdverlies door heen- en terugrijden ten behoeve van het bac
teriologisch vleesonderzoek komt niet voor. Het vlees wordt
in afwachting van de keuringsbeslissing, indien nodig, in de
koelinrichting bewaard. Zodoende wordt zoveel mogelijk vlees
voor de consumptie gered en verkrijgt de eigenaar een zo groot
mogelijke opbrengst.
De gemeente Etten-Leur beschikt wel over een goedgekeurde
noodslachtplaats, maar door het goed functioneren van de cen
trale ophaaldienst wordt van deze inrichting geen gebruik ge
maakt
Het totaal aantal noodslachtingen, wrak vee en afgeslachte
gestorven slachtdieren bedroeg, in
1953
499
stuks
(waarvan
140
van
"buiten
de
kring)
1954
517
1»
92
tl
ti
tt
1955
459
tt
47
tt
tt
tt
1956
517
tt
50
tt
tt
tt
n
E. KADAVERS
Alle niet afgeslachte slachtdieren (kadavers) uit de kring
worden naar het slachthuis te Breda gebracht door de centrale
ophaaldienst.