302 UITVOER I NGRIJKSREGEL I NG EN Belangrijkste wijzigingen in de regelingen a. Sociale voorziening In 1953 was de enige Belangrijke wijziging vervat in de cir culaire van de minister van sociale zaken van 10 februari 1953 betreffende de regeling werkverruiming hoofdarbeiders, die werd omgezet in de sociale werkvoorzieningsregeling voor hoofdarbeiders. Omdat echter deze nieuwe regeling werd geacht in werking te zijn getreden met ingang van 30 juni 1952, is ze reeds opgenomen in het voorafgaande gemeenteverslag over de jaren 1950 t/m 1952 op blz. 286. In 1955 vond een hernieuwde vaststelling plaats van de sociale voorzieningsregeling welke met ingang van 25 april diende toegepast te worden. Hieronder volgen de voornaamste wijzigingen 1Alvorens in groep A te kunnen worden opgenomen zal de werk nemer een werkperiode van 13 weken (78 dagen) moeten heb ben doorgemaakt. Met deze ?;ijziging wordt beoogd in eerste instantie de tekst te laten aansluiten op de werkloosheids wet. Voorts kunnen degenen, die werkloos zijn ten gevolge van vorst, sneeuwval en dergelijke omstandigheden altijd voor uitkering ingevolge de bepalingen geldende voor de A-groep in aanmerking komen. De periode gedurende welke zij bovenvermelde uitkering ge nieten telt niet mee voor de groep A geldende uitkerings periode van 21 weken. 2. De door of namens het gemeentebestuur of een burgerlijke of gemengde instelling van weldadigheid verstrekte grati ficaties of andere extra uitkeringen met algemeen norma tief karakter, onder welke naam of vorm dan ook, dienen voor het volle bedrag op de uitkering in mindering te wor den gebracht. 3. Aangezien het overlijden van de kostwinner of de echtgenote in een gezin zeer ingrijpende gevolgen ook in geldelijk op zicht voor het gezin kan hebben, is de bepaling opgenomen, dat in voorkomende gevallen althans in de eerste maanden na het overlijden van de kostwinner of de echtgenote de aan het desbetreffende gezin toegekende uitkering ongewijzigd kan worden voortgezet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1953 | | pagina 302