31 2 overblijvende deel van het jaar uitkering op grond van so ciale kunstopdrachten krachtens deze regeling krijgen. b. Het beginsel dat ingevolge deze regeling alleen uitkerin gen worden verstrekt tegen een contra-prestatie is losge laten. Een noodlijdende beeldende kunstenaar die niet meer voor een sociale kunstopdracht in aanmerking kan komen, zal niet meer, zoals voorheen in de zelfstandigenregeling kun nen worden opgenomen, doch op grond van de beeldende kun- stenaarsregeling een "sociale uitkering" kunnen ontvangen. De betrokken kunstenaars blijven hierdoor in de gezichts kring van de voor hen ingestelde commissies. De herziene regeling biedt voorts in beperkte mate de mo gelijkheid om aan een beeldende kunstenaar voor wie een op dracht krachtens de regeling om individuele redenen niet wenselijk wordt geacht, of die een cursus volgt ter ontwik keling van zijn artistieke capaciteiten, een sociale uit kering toe te kennen. c. Voorheen stond in de regeling als vorm van contra-presta tie voorop de inzending van een werkstuk naar vrije keu ze. De nieuwe regeling vermeldt als eerste vorm van sociale kunstopdracht het vervaardigen van een kunstwerk, waar van de aard en het onderwerp in overleg met de kunstenaar vóóraf zijn vastgesteld. Deze vorm biedt de commissie de gelegenheid de ontwikke ling van de betrokken kunstenaar in die richting te stu wen, die voor de herwinning van zijn zelfstandigheid het gunstigst is. d. De uitkeringsnormen zijn eveneens verhoogdVoor een 3e klas gemeente bedraagt de uitkering voor kostwinners 61,60 en voor kostgangers en alleenwonenden 46,75. e. Tevens biedt de herziene regeling de mogelijkheid een extra tegemoetkoming te geven voor kosten van atelierhuur, ver voer van kunstwerken en van materialen voor toekomstige kunstwerken. f. Voor een juiste beoordelingsmaatstaf wie als beeldende kunstenaar tot de regeling behoort toegelaten te worden is aan de definitie "beeldende kunstenaar" - deze luidde hij die artistiek scheppend vermogen blijkt te bezitten - de beperking toegevoegd en voldoende technisch onderlegd is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1953 | | pagina 312