316 een belangrijke financiële bijdrage van het rijk. Het rijksaan deel in de kosten voor wat betreft de normatieve uitkeringen voor levensonderhoud komt ten laste van het ministerie van sociale zaken en volksgezondheid en voor wat betreft de kos ten van bijzondere maatschappelijke zorg ten laste van het mi nisterie voor maatschappelijk werk. Ingevolge evengenoemde regeling worden onder blinden ver staan zij, die hun gezichtsvermogen geheel missen of wier gezichtsscherpte ondanks de hulp van oogglazen, dus danig beperkt is, dat zij niet zonder bijzondere maatregelen aan het maatschappelijk verkeer kunnen deelnemen. Voor de uitkering gelden de volgende normen Gemeenteklasse III kostwinners 31,90 kostgangers en alleenwonenden 22,4-0 thuis inwonenden 15,95 Voor ongehuwde kinderen en pleegkinderen, die bij de blin de inwonen of die in opvoedings- verpleeginrichtingen en der gelijke instellingen verblijven, mits zij de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt, wordt -een bijslag toegekend Tevens biedt de regeling aan de blinde de mogelijkheid in dien ten gevolge van zijn blindheid de financiële omstandig heden van hem en eventueel zijn gezin daartoe aanleiding ge ven, ten behoeve van duidelijk door de aanvrager te omschrij ven doeleinden een op het individuele geval afgestemde bijzon dere uitkering te verstrekken. Deze bijzondere uitkering kan betrekking hebben op de blin de zelf en de blinde en zijn gezin. a. Voor wat betreft de blinde 1 de voorziening in een bijzondere maatschappelijke behoef te, welke in direct verband staat met blindheid in het algemeen, waaraan gezien de totale gezinsinkomsten 1e kind 2e en 3e kind 4e en 5e kind vanaf het 6e kind 0,51 per dag 0,57 per dag 0,80 per dag 0,90 per dag I»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1953 | | pagina 316