47 gehouden met het kindertal. Vanaf 1 januari 1954 werd de gemeente verplicht de alge mene leeftijdsgrens van de kinderen, waarvoor aanspraak op kindertoelage bestaat, van 18 terug te brengen op 16 jaar. In de kindertoelageverordening 1955 werd in artikel 12 een overgangsregeling opgenomen, tot uiterlijk 1 januari 1960, ten behoeve van de valide niet studerende kinderen van 16 en 17 jaar. De minimum en maximum kindertoelage werden per 1 oktober 1956 met 10$ verhoogd, in aansluiting op een verhoging van de wettelijke kinderbijslag. In de loop van 1956 werden twee taakanalisten in dienst genomen, die na een theoretische en praktische scholing eind 1956 zijn begonnen met een systematische beschrijving van de gemeentelijke functies, volgens de genormaliseerde methode van werkclassificatie Hierdoor werd een aanvang gemaakt met de voorbereiding van de nieuwere beloningsmethode, volgens welke de inhoud van de functie en de wijze van uitoefening een' afzonderlijk accent zullen verkrijgen. 2 ALGEMENE RECHTSPOS I T I ER EGEL I NGEN In het ambtenarenreglementgemeenteblad no. 856 en het werkliedenreglement 1954 werden meerdere wijzigingen, veelal van technische aard, aangebracht. De voornaamste van deze wijzigingen betrof een algemene voorziening van de aanspraken in geval van ziekte (opgenomen in de verordening regelende de aanspraken in geval van ziekte, van 12 augustus 1953,. gemeenteblad no. 1263). 3. BIJZONDERE REGELINGEN Met ingang van 1- oktober 1953 sloot de gemeente zich aan aan de intercommunale regeling ziektekostenvoorziening ten behoeve van het personeel in dienst der gemeenten in Noord- Brabant, waardoor een alleszins te aanvaarden voorziening in de ziektekosten van het niet onder het ziekenfondsenbesluit vallende personeel werd verkregen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1953 | | pagina 47