66
Bij de aanleg van het centrale rioleringsstelseldat een
totale lengte heeft van circa 15 km en waarvan de kosten wer
den begroot op rond miljoen gulden, kon dankbaar gebruik
Y/orden gemaakt van het zg. Oude Vestriool, een ruime gemet
selde overkluizing van een vroegere watergang, lopende van
de Markendaalseweg naar de SeeligsingelDoor een grondige
schoonmaak hiervan en versterking van de bodem door een laag
gewapend beton - uiteraard belangrijk goedkoper dan een nieuw
diepriool in het betreffende tracé - kon het Oude Vestriool
in het nieuwe stelsel als stamriool worden ingeschakeld.
Ook de plannen tot zuivering en afvoer van het rioolwater
kwamen in een verder stadium. In 1950 was aan vorengenoemd
ingenieursbureau verzocht ook in studie te nemen een plan
voor het maken van een afvoerleiding naar het Hollands Diep
bij Moerdijk. Met het oog op eventuele bezwaren van het rijk
tegen lozing aldaar, werd echter de definitieve opdracht voor
dit project uitgesteld totdat de nodige vergunningen zouden
zijn verkregen. De mogelijkheid van lozing in of via de rivier
"De Mark" werd evenwel eveneens in overweging gehouden.
Bij schrijven van 25 mei 1955 werd van de minister van ver
keer en waterstaat bericht ontvangen, dat vergunning om bij
Moerdijk te mogen lozen kon worden verleend op voorwaarde, dat
het te lozen water door behoorlijke bezinking van slijkstoffen
moest zijn ontdaan. In de daarop door het bureau Witteveen en
Bos in augustus en november 1955 uitgebrachte rapporten werden
alsnog drie mogelijkheden nagegaan, te weten lozing in De Mark
en lozing, hetzij via een persleiding, hetzij via een vrijver-
hangleiding in het Hollands Diep.
Door de toegezegde vergunning was voor de bepaling van de
keuze tussen het alternatief "lozing Mark" en "lozing Moer
dijk" reeds een belangrijk uitgangspunt verkregen.
Het leggen van een afvoerleiding voor lozing in het Hol
lands Diep nabij Moerdijk lag meer voor de hand, omdat voor lo
zing op De Mark door het Heemraadschap van De Mark en Dintel
zeer hoge eisen aan de zuiverheid van het in De Mark te bren
gen water zouden worden gesteld, terwijl bij lozing in het Hol
lands Diep de kwaliteit van het af te voeren water - ook na
uitvoering van de Deltawerken - aan veel minder hoge eisen
zou behoeven te voldoen.
Voorts is vanwege de belangrijk lagere exploitatiekosten
van een vrijverhangleiding hieraan de voorkeur gegeven boven
een in aanleg voordeliger persleiding.