1 06
Tot directeur werd benoemd de heer Mr. Ph.I.E. van
Woensel. Per 14 maart 1960 werd tot 2e directeur benoemd
de heer Ir. J.A. Gooden.
b. Stichting "Welvaartsbevordering Groot-West-Brabant"
Door vertegenwoordigers van de gezamenlijke gemeente
besturen in West-Brabant werd een stichting "Welvaartsbe
vordering Groot-West-Brabant" in het leven geroepen. Deze
stichting stelt zich ten doel, in nauw overleg met de be
trokken bestuurlijke en kerkelijke overheden, vak- en
standsorganisaties en andere provinciale en landelijke in
stellingen, waarvan de taakstelling geheel of ten dele
soortgelijk is aan die van de stichting, te komen tot het
opstellen, uitwerken en propageren van verantwoorde plan
nen op het stuk van de werkgelegenheidssituatie, de in
frastructuur, de economische en industriële ontwikkeling
en de s o c iaal-cul tur e le en maatschappelijke problematiek.
De initiatiefnemers hebben zich laten leiden door de
navolgende overwegingen
1Een laag welvaartsniveau is van ouds kenmerkend geweest
voor westelijk Noord-Brabant. In hoofdzaak wordt dit
veroorzaakt door een groot tekort aan werkgelegenheid,
dat zich manifesteert in een omvangrijke pendel naar
andere delen van Noord-Brabant en overig Nederland en
in permanent optredende vertrekoverschotten
Het beeld van de werkgelegenheid wordt verder over
wegend bepaald door een grote structurele werkloos
heid, welke zich ondanks bijzondere overheidsmaatrege
len blijvend heeft gehandhaafd.
In het kader van de industrialisatie van Noord-Bra
bant na 1945 is West-Brabant sterk achtergebleven bij
andere delen van de provincie.
De uitbreiding van de werkgelegenheid in dit gebied
is niet in staat geweest de normale groei van de be
roepsbevolking op te vangen en heeft ook niet de af
vloeiing van arbeidskrachten uit de landbouw kunnen
verwerken.
In de periode 1950 - 1957 werd de industriële werk
gelegenheid met slechts 1100 arbeidsplaatsen uitge
breid. Hiertegenover stond een groei van de beroeps-^