108 4. een gelijkgerichte benadering vanuit het sociale beleid In het algemeen moet worden gesteld, dat de sociale planning naast de economische en ruimtelijke planning een wezenlijk onderdeel vormt van een regionaal ontwik kelingsbeleid. Met betrekking tot West-Brabant zal een dergelijke planning zich moeten richten op de sociale begeleiding in het kader van de optredende structuur wijzigingen en de verbetering van de sociale uitrusting van het gebied. 5. De leefbaarheid van West-Brabant zal van een bewust hanteren van de schaalvergroting afhankelijk zijn, d.w.z van een bewust bevorderen van de ruimtelijke, sociale en economische relaties tussen de verschillende plat telandskernen onderling en in betrekking tot de aan grenzende stedelijke centra. Hieruit volgt de noodzaak van een regionaal beleid. Dit zal zijn weg alleen kun nen vinden in een bovengemeentelijk denken. De initiatiefnemers zijn van mening, dat een belangrijke bijdrage tot verwezenlijking van de doelstellingen van de stichting geleverd kan worden door een samenwerking van alle daarvoor in West-Brabant in aanmerking komende krach- t en. Zoals uit de ontwerp-statuten van de stichting blijkt, zal zij zich doen bijstaan door adviseurs en deskundigen op diverse terreinen. De bestudering van de verschillende binnen haar ar beidsgebied vallende onderwerpen zal zij toevertrouwen aan afzonderlijk te formeren secties en werkgroepen. In dit verband wordt voorshands onder meer gedacht aan de instel ling van secties voor technische vraagstukken, sociale planning, agrarische vraagstukken en publiciteit. Haar be vind van zaken zullen andere secties in het leven worden geroepen, terwijl verder binnen het verband van bestaande secties tot de instelling van kleinere werkgroepen voor meer specifieke onderwerpen kan worden overgegaan. Daar naast zal de stichting ook regelmatig een beroep doen op individuele deskundigen en adviesbureaus ter nadere be studering en uitwerking van daarvoor in aanmerking komen de projecten. Bij besluit van de raad dd. 13 april 1960 werd een subsidie verleend aan de stichting ter grootte van 0,15 per inwoner..

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1957 | | pagina 108