1 63 oHet etnografisch museum Blijkens de gebruiksovereenkomst van het gebou?>r Justi- nus van Nassau, welke met het rijk gesloten is, wordt het gebouw tot 1 maart 1 977 aan het rijk in gebruik gegeven voor de exploitatie van het volkenkundig museum op ten minste de basis als tot voordien gebruikelijk. In 1959 heeft een onderzoek uitgewezen, dat het gebouw in slechte toestand verkeerde en dat voorzieningen dien den te worden getroffen om verder verval te voorkomen. Aan het architectenbureau Siebers en Van Dael was reeds opdracht gegeven een restauratie- en verbouwingsplan te ontwerpen Naar aanleiding daarvan werd in deze periode aan de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen verzocht voor rijkssubsidie in de kosten van restauratie en verbou wing in aanmerking te komen. In dezelfde periode deelde deze minister mede, zich met het door het architectenbureau Siebers en Van Dael op gemaakte plan te kunnen verenigen. Eveneens werd aan de gedeputeerde staten van loord- Brabant subsidie gevraagd, dat op het einde der verslag periode nog niet was verleend. Met de realisatie van de restauratie was op het einde van 1960 nog geen aanvang gemaakt. d. Restauratie carillon Voor het herplaatsen van de speeltrommel voor mechani sche bespeling en het wijzigen van de speelstoel met drijf werk werd door de minister van onderwijs, kunsten en wetenschap pen bij schrijven van 28 april 1956 in de kosten een rijks subsidie van 50% verleend. De gedeputeerde staten van Noord-Brabant verleenden een subsidie bij schrijven van 20 augustus 1 958, G. no. 101620. e. St. Joostpenning Bij raadsbesluit van 15 december 1953 werd overgegaan tot het instellen van een "St. Joostpenning", die ieder jaar wordt toegekend aan een van de begaafdste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1957 | | pagina 163