315
D. NOODSLACHTlNGEN) WRAK VEE EN
AFGESLACHTE GESTORVEN SLACHTDIEREN
Alle noodslachtingen, wrakke en gestorven slachtdieren
uit de kring worden naar het slachthuis te Breda gebracht
om ze aldaar te doen slachten. Een goed functionerende
centrale ophaaldienst zorgt voor het vlugge vervoer naar
het slachthuis. De keuring kan het gunstigst te Breda
plaat svinden
Het slachten kan daar in een afzonderlijke noodslacht-
plaats het zindelijkst geschieden. De hoofdopzichter, twee
opzichters en een 1e keurmeester verzorgen bij toerbeurt het
toezicht op de uren dat het slachthuis niet is opengesteld.
Tijdverlies door heen- en terugrijden ten behoeve van
het bacteriologisch vleesonderzoek komt niet voor. Het
vlees wordt in afwachting van de keuringsbeslissing, in
dien nodig, in de koelinrichting bewaard. Zodoende wordt
zoveel mogelijk vlees voor de consumptie gered en verkrijgt
de eigenaar een zo groot mogelijke opbrengst.
De gemeente Etten-Leur beschikt wel over een goedge
keurde noodslachtplaatsmaar door het goed functioneren
van de centrale ophaaldienst wordt van deze inrichting
geen gebruik gemaakt.
Het totaal aantal noodslachtingen wrak vee en afge
slachte gestorven slachtdieren bedroeg in
1957
468
s tuks
(waarvan 46 van
buiten
d g
kring
1958
513
It
82
tl
tt
1 959
464
tl
78
tt
u
1960
525
It
57
it
E o KADAVERS
Alle niet afgeslachte slachtdieren (kadavers) uit de
kring worden naar het slachthuis te Breda gebracht door
de centrale ophaaldienst.