339
Bij circulaire van 6 april 1 957 werd artikel 23a, 2e
lid van de GSW-regelingBetreffende subsidiëring in
de kosten van leiding op GSff-objectenherzien. Hier
mede werd beoogd een vereenvoudiging van de procedure in
zake de subsidiëring in de salarissen en de bijkomende kos
ten van leidinggevend personeel op de objecten. Voortaan
zullen nl. geen aanvragen om subsidie in vorenbedoelde
kosten meer vooraf aan de minister ter goedkeuring behoe
ven te worden voorgelegd ten aanzien van personen, wier
volledige dagtaak gelegen is in het geven van directe lei
ding op objecten waar uitsluitend G. S W.-werknemer s zijn
geplaatst
Ten slotte zij nog vermeld, dat in verband met de be
stedingsbeperking en de versterking van de financiële
positie van tal van werkplaatsen, het noodzakelijk werd ge
acht de rijksbijdrage1 te besnoeien. Bitzelfde gold ten aan
zien van de buitenobjecten, 'dié baten opleverden.
In verband hiermede werd voor bedoelde sociale werk
plaatsen en buitenobjecten een subsidiestelsel volgens een
aflopende schaal ingevoerd, ten gevolge waarvan over de eer
ste periode van één jaar, waarin de regeling ten aanzien
van een werkplaats c.q. buitenobject werd toegepast, een
subsidiepercentage van 90 en over de tweede, derde en
vierde periode van één jaar een percentage van resp. 85,
80 en 75 zou gelden.
In bepaalde gevallen kon de minister toestaan dat van
genoemde subsidiepercentages werd afgewekenmet dien ver
stande, dat 90$> niet mocht worden overschreden.
Aan 214 werkloze handarbeiders werd passende arbeid
verschaft op 9 objecten.
In totaal werd uitgekeerd
19 5 7
lonen
reis-, rijwiel- en laarzenvergoeding
sociale lasten
334208,72
6846,96
53784,38
verhaal premie sociale wetten
394840,06
10087,81
transporteren 384752,25