92 besturen der verenigingen, ten einde o.a. de verdeling van de in de Hoge Vucht te bouwen 2500 onder het oog te zien. Van de zijde der gemeente is vanaf toen de wens te ken nen gegeven, dat de verenigingen zouden werken aan verbe tering van hun technische en administratieve outillage en op het gebied van beheer en onderhoud, de mogelijkheid van meer samenwerking zouden nagaan. Nadat door de bouwverenigingen overleg was gepleegd met de nationale woningraad is men op 28 maart 1958 over gegaan tot de instelling van een permanent contactorgaan, dat voornamelijk ten doel heeft het plegen van overleg over de gemeenschappelijke belangen en het onderhouden van het contact met de overheid over de zakendie de vier corporaties betreffen. Inzake de mogelijkheden tot meer samenwerking en de zich daarbij voordoende problemen, zijn uitvoerige rappor ten uitgebracht a. door de nationale woningraad aan het permanent contact orgaan op 21 augustus 1958; b. door het bureau personeelsbeheer en organisatie van de vereniging van Nederlandse gemeenten aan deze gemeente op 22 oktober 1960. Bij een bespreking op 2 mei 1960 tussen de betrokken wethouders en hoofden van gemeentelijke diensten met de besturen der bouwverenigingen werd geconcludeerd, dat er tegen overdracht van bestaande complexen geen overwegend bezwaar meer bestond, doch nadien is toch nog aan de ver enigingen te kennen gegeven, dat alvorens daartoe over te gaan eerst het rapport van de organisatiedeskundige als bedoeld onder b zou worden afgewacht. Tot concrete resultaten op dit gebied is het voor het einde der verslagperiode niet gekomen. 10. PARKEN EN PLANTSOENEN Zie voor bijzonderheden betreffende de dienst der be plantingen het verkort verslag, opgenomen onder bijlage noII.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1957 | | pagina 92