Wethouder VAN BAAL wenst adressant nog enig uitstel tot intrekking te geven, waarmede het de VOORZITTER niet eens is. Het lid BAREMAÏTS is van oordeel dat er 2 S. 3 oproerkraaien onder zitten en vraagt alle onder tekenaars niet op dezelfde wijze te treffen. Velen hebben niet het inzicht gehad, dat de zaak een dergelijk verloop zou hebben. In aansluiting hierop zegt het lid HURKS dat de z.g. kopstukken de insinuaties in het openbaar zouden moeten intrekken. De VOORZITTER blijft echter bij zijn mening dat ieder voor zich zulks in het openbaar behoort te doen. Ten slotte wordt overeengekomen dat ieder voor zich de geuite insinuaties behoort in te trekken, bij gebreke waarvan betrokkenen van alle gemeente werk uitgesloten zullen blijven. De intrekking zal kunnen ges§hieden in het open baar, hetzij door middel van de pers, of bij de burgemeester, die het stuk in de eerstvolgende openbare raadsvergadering ter tafel zal brengen. Bovendien moet de intrekking ter kennis worden gebracht van Gedeputeerde Staten. De sancties worden opgeheven:in het eerste geval bij publica tie in de pers, in het laatste geval bij de be handeling van het stuk in de raadsvergadering. De besloten vergadering wordt hierna gesloten, ter mededeling van het genomen besluit in de openbare vergadering. VASTGESTELD DOOR DE RAAD DER GEMEENTE PRINSENBEEK OP 8 Mei 1951

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 28