-35-
NOTULEN VAN HET BEHANDELDE IN DE BESLOTEN
VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE PRIN
SENBEEK OP 2 NOVEMBER 1955.
Aanwezig zijn de leden:
J.van Baal, M.L.van Rosmeulen, J.Aarts,
W.Baremans, J.C.Biemans, A.J.Dikmans, J.
Huijben, G.Smits, P.de Vooght en M.van
der Westen.
Het lid A.J.C.Hurks is met kennisgeving
afwezig.
Voorzitter: P.J.A.Baetens, burgemeester.
Secretarie: H.A.Huijbrechts.
Oprichten houten Aangezien de Voorzitter nog niet aanwezig
Zweedse woningen. is, opent wethouder van Baal om 19.10 uur
de vergadering met gebed. Over het in deze
vergadering besprokene wordt geheimhouding
opgelegd.
Wethouder van Baal zegt dat deze vergade
ring is belegd ten einde een uitspraak
van de raad te verkrijgen omtrent het be
leid van Burgemeester en Wethouders inzake
het verlenen van vergunning tot het oprich
ten van z.g.n. houten Zweedse woningen.
Spreker geeft hierover hepW oord aan wet
houder van Rosmeulen.
Deze zegt dat terzake moeilijkheden zijn
ontstaan ten aanzien van een door Mar.Suij-
kerbuijk ingediende aanvrage. Blijkens een
vooraf bij de Hoofdinspecteur der Volks
huisvesting ingewonnen advies mag de ver
eiste vergunning daartoe onder geen voor
waarden worden verleend.
Het College van Burgemeester en Wethouders
zal op het verzoek derhalve afwijzend moe
ten beschikken.
Aangezien hierop echter beroep open staat
bij de raad, wordt - ter voorkoming van
toekomstige moeilijkheden vooraf het oordeel
aan de raad gevraagd. Aangezien meerdere
aanvragen worden verwacht, komt het college
voor consequenties te staan. Spreker deelt
nog mede dat Suijkerbuijk - ondanks verbod -
de houten woning intussen heeft gebouwd
en de last tot afbraak heden afloopt.
Hierna ontstaat een levendige beraadslaging
waaraan door alle leden wordt deelgenomen.
De Burgemeester is intussen ter vergadering
verschenen, welke mededeelt dat eventuele
bouw van Zweedse woningen ten koste zal
gaan van het bouwvolume.
Uit de beraadslaging blijkt, dat de raad
gaarne zou medewerken ter leniging van de
steeds toenemende woningnood. Gezien echter
de velerlei consequenties schrikt men van
die medewerking terug.
Ten slotte wordt op voorstel van de VOOR
ZITTER als volgt besloten:
a) indien vergunning wordt gevraagd tot
het oprichten ter bewoning van een