-42-
andere dan door Kapelaan de Leeuw beheerde
jeugdverenigingen van dansavonden wensten te
profiteren.
Op voormelde publicatie kwamen niet minder dan
20 aanvragen in.
Ten behoeve van diverse jeugdverenigingen was
intussen een dansvergunning verleend tegen een
tarief van f.5,
Door de verbouwing van het patronaat was toen
echter geen dansgelegenheid meer beschikbaar,
zodat van de vergunning geen gebruik kon worden
gemaakt.
3. Er zou geen voldoend aantal invitatie-kaartjes
bij gelegenheid van een toneeluitvoering zijn
verstrekt.
De Voorzitter merkt op dat hiervoor een vast
percentage van 5 van het aantal benodigde toe
gangsbewijzen geldt.
De raad laakt de manier waarop Kapelaan Romme
zich heeft geuit en spreekt er zijn misnoegen over
uit dat zulks in een kerkgebouw moest plaats vinden.
Eventuele grieven hadden toch wel op een andere
manier en plaats kunnen worden besproken.
Het lid VAN DER WESTEN vindt het jammer, dat het
hier besprokene niet aan de openbaarheid prijs ge
geven kan worden.
Wethouder VAN ROSMEULEN IS van mening dat van de
jeugdverenigingen ten onrechte een vast recht van
f.5,is geheven, omdat zij zijn te rangschikken
onder liefdad.ige verenigingen, welke volgens de
verordening van belasting zijn vrijgesteld.
De VOORZITTER zegt die mening niet te zijn toegedaan.
De VOORZITTER brengt vervolgens ter sprake een
door Kapelaan Verdurmen ingediend verzoek om een
bijdrage van f.34-00,voor de vernieuwing van de
vloer in het jongensjeugdhuis.
Spreker zegt een uitvoerige enquête te hebben ge
houden omtrent de subsidiëring van jeugdverenigingen
in andere Brabantse gemeenten.
Spreker doet voorlezing van de daartoe opgestelde
vragenlijst. Ook wijst hij op een rapport over deze
materie van de Ver.van Nederlandse Gemeenten.
Zolang er echter geen zekerheid en vaste maatstaf
is, zijn Burgemeester en Wethouders niet in staat
een afgerond voorstel in te dienen. Spreker wijst
er op dat de niet-actieve verenigingen vanzelf
sprekend buiten de subsidiëring dienen te blijven.
Kapelaan Verdurmen is er mede in kennis gesteld, dat
zijn aangelegenheid in voorbereiding is.
Kapelaan de Leeuw is medegedeeld dat op subsidiëring
gerekend zal mogen worden.
Kapelaan Romme heeft niets gevraagd en houdt des
ondanks een dergelijke predikatie.
De VOORZITTER voegt hieraan nog toe dat Kapelaan
de Leeuw als waarnemend pastoor niet bereid werd
gevonden de predikatie te verhinderen.
4. Klachten over onordelijkheden in de danstent.
De VOORZITTER zegt dat destijds met de Pastoor
is overeengekomen eventuele klachten te zijner
kennis te brengen. Aangezien nimmer iets werd