NOTULEN VAN HET BEHANDELDE IN DE BESLOTEN VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE PRINSENBEEK OP 19 DECEMBER 1957. ALDUS VASTGESTELD DOOR DE RAAD DER GEMEENTE PRINSENBEEK IN DE BESLOTEN VERGADERING VAN DE RAAD VOORNOEMD, Secretaris Voorzitter -4-7- Aanwezig: J.van Baal, M.L.van Rosmeulen, J.Aarts, W.Baremans, A.J.Dikmans J.C.Biemans,A.J.C.HurksJ.J.Huijben,G.Smits,P.deVooght en M.van der Westen. Voorzitter: P.J.A.Baetensburgemeester. Secretaris: H.A.Huijbrechts. Deze vergadering is gehouden onmiddellijk in aansluiting op de openbare vergadering van 19 december 1957 te ongeveer 19.00 uur namiddag. Aanleiding tot deze besloten vergadering was punt 15 van de Raadsagenda namelijk het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onteigening van een aantal percelen c.q. gedeelten van percelen grond ingevolge de bepalingen van de Wederopbouwwet tot leniging van de woningnood. Alvorens de onteigeningsplannen inzake een doorbraak aan de Kapelstraat Beeksestraat nader uiteen te zetten, verzocht de voorzitter de Raad aan zijn leden geheimhouding op te leggen omtrent al hetgeen te dezer zake behandeld en besproken zou worden. De Raad besloot aldus. De Voorzitter ving zijn betoog aan met de mededeling, dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 18 november j.l. ten Gemeentehuize een openbare zitting hebben gehouden ten behoeve van hen, die tegen het eerste onteige ningsplan bezwaren hadden ingebracht. Enige dagen tevoren echter, zo ging de voorzitter verder, werd hij door de Burgemeester van Breda verzocht onmiddellijk een vergadering op hoog ni veau bij te wonen, aangezien er punten aan de orde kwamen, die de gemeente Prinsenbeek ten nauwste raakten. Uit het verloop van deze besprekingen bleek onder meer, dat het zeer gewenst zou zijn bepaalde gronden, voorkomende in het noordelijk gedeelte van het onteigeningsplan van de gemeente Prinsenbeek, voor het creëren van intercommunale verbindingen vrij te houden.Het ging hier in casu over de gronden, die in het plan voor straataanleg waren bestemd. Van hogerhand werd er op gewezen, dat er reeds vergevorderde plannen bestonden om op de onderwerpelijke gronden een wegennet,aansluitend op de snelverkeersweg Breda-Rotterdam, te projecteren, hetgeen met het oog op een toekomstige uitbouw en ontwikkelingsmogelijkheid van Prinsenbeek, voor de gemeente van zeer veel belang zou zijn. Waar realisering van deze plannen een ontsluiting van de gemeente zou betekenen, aarzelde ik niet, zo vervolgde de Voorzitter, nu van mij gevor derd werd staande deze vergadering een beslissing te nemen, van deze unieke gelegenheid gebruik te maken. Ik heb dan ook de vergadering te kennen gegeven bereid te zijn het noordelijk gedeelte van het onteigeningsplan te laten vervallen, gelet op de grote voordelen, welke voor de gemeente Prinsenbeek kunnen voortvloeien uit de totstandkoming van deze intercommunale verkeersvoorzieningen. In verband hiermede, aldus de voorzitter, was het noodzakelijk de be schikking te verkrijgen over nieuwe bouwgrond en deswege besloten wij U het onteigeningsplan Kapelstraat-Beeksestraat voor te leggen; deze gronden,als-r mede die achter de Jongensschool bieden de mogelijkheid voor de bouw van 27 woningen, hetgeen voor 1958 voldoende kan worden geacht.Overigens kannen in het Marktplan nog een tiental woningen gebouwd worden. Aan het slot van deze vergadering werd door de Voorzitter nog een breedvoerige uiteenzetting gegeven van de verkeersmogelijkheden in alle richtingen, die het nieuwe wegennet zou bieden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 58