-53-
De leden van. de Raad zijn het hiermede in
zoverre niet eens, dat reeds vooraf uitspraak
wordt gedaan omtrent het verlenen van subsidie
Wethouder VAN DER WESTEN is van mening, dat
bij het nieuwe plan geen gemeentelijk subsidie
nodig is.De kosten zijn f.200.000,lager
geraamd, zodat een subsidie van f.120.000,
overbodig is, zelfs met inachtneming van de
zwevende grondprijswelke grondprijs toch
lager ligt dan die voor de overige panden aan
de Markt,zoals was toegezegd.
Het lid BIEMANS stelt de vraag of bij ver
laagde kosten ook het Bisschoppelijk subsidie
niet lager zal worden gesteld.
Wethouder VAN DER WESTEN ziet deze moge
lijkheid in, doch stelt vast dat indertijd
van Bisschoppelijke zijde gesproken is van
een vast bedrag en hiet van een percentage.
Het lid L0TSTRA merkt op, dat het lanceren
van de zwevende grondprijs niet juist was,zo
als al eerder door hem was verdedigd.
Het lid HUIJBEN is het hiermede volkomen
eens
Wethouder VAN DER WESTEN verklaart naar
aanleiding van de opvatting van de heer Huij-
ben,dat het hem heeft verwonderd dit geluid
te horen.In de fractie was de heer Huijben
met de zwevende grondprijs accoord gegaan,
terwijl hij nu een ander geluid laat horen.
De heer Lotstra daarentegen nam toen reeds
een ander standpunt in, dat hij nu nog eens
benadrukt.Spreker waarschuwt voor afwijking
van een eerder ingenomen standpunt.
Het lid LOTSTRA vraagt zich af of de bouw
van de kerk zou stranden op een prijs van
f.12,per M2. Naar zijn mening is dit niet
nodig, want als de gemeente de kerk op de
Markt wil, dan zal de gemeente in de meerprijs
belangrijk moeten bijdragen.
De VOORZITTER gaat hiermede accoord,aange
zien immers bij bouw op de Markt een behoor
lijke oppervlakte grond vrij komt voor b.v.
de uitbreiding van de Meisjesschool en andere
objecten.
Het lid DIKMANS vindt het jammer dat de
Heer Pastoor zijn belofte niet is nagekomen.
Wethouder VAN DER WESTEN sshetst de gevaar
lijke zijde van interne besprekingen zonder
belofte of besluit.
Het lid HURKS meent,dat er eertijds een
verzoek is geweest van het Kerkbestuur om de
kerk in het uitbreidingsplan te projecteren
en dat achteraf een dankbetuiging is gevolgd
voor de medewerking.
Het lid AARTS is van mening,dat het zo niet
is gebeurd.
Wethouder VAN DER WESTEN vraagt het desbe
treffende dossier op.
DE VOORZITTER zegt,dat een en ander uit dit
dossier niet is te bewijzen en komt terug op
het voorstel tot beoordeling van de objectivi
teit van het rapport.