-54-
Het lid LOTSTRA stelt dat tegen architect
Geanen geen bezwaar mag bestaan,de gemeente
benoemt een tweede adviseur, en zij samen kun
nen eventueel een derde adviseur aantrekken.
DE VOORZITTER ziet de mogelijkheid hiervan in
Het lid LOTSTRA vraagt deze kwestie soepel
te hanteren.
DE VOORZITTER zegt dit toe, doch meent te
moeten vasthouden aan de bevoegdheid van de ge
meente de objectiviteit van de commissie te
toetsen.
een
Het lid HUIJBEN stelt voor bij as commissie
van drie de kosten te dragen van 1-g- adviseur
en niet van één.
De VOORZITTER ziet hiertegen geen bezwaar.
Het lid AARTS vraagt of publicering van het
rapport niet kan worden bedongen,zoals reeds
destijds is gevraagd.
DE VOORZITTER zal het in deze richting trach
ten te sturen,zo mogelijk door bekendmaking in
de Gertrudisklok.
Vervolgens leest de VOORZITTER het tweede deel
voor van zijn concept-briefwaarin de gang van
zaken wordt voorgesteld na overlegging van het
rapport.
Het lid LOTSTRA ziet dit tweede deel als
overbodig,aangezien dit thans niet aan de orde is
Na overleg stelt de VOORZITTER voor het in
deze vorm te gieten:als het rapport op tafel is,
zullen wij U informeren over ons standpunt.Hij
stelt verder voor de concept-brief als Kabinet
stuk naar de Raadsleden te zenden.Bij op-of
aanmerkingen verzoekt hij spoedig te reageren.
Het lid AARTS concludeert,dqt,indien geen
subsidie gewenst wordt,een rapport ook niet
nodig is.
Wethouder VAN DER WESTEN geeft dit toe,doch
stelt het alternatief dat de gemeente aan sub
sidie gehouden is indien een rapport wordt over
gelegd.
De VOORZITTER is niet bang voor een derge
lijke uitleg.Hij zal dit in de brief tot uiting
laten komen. Verder wijst hij er op, dat dit
een Kabinets-vergadering is met al z'n conse
quenties.Hij herinnert aan lekken voorheen na
dergelijke vergaderingen en legt de nadruk op
de verantwoordelijkheid bij vergaderingen als
deze
Het lid LOTSTRA suggereert omtrent deze
besprekingen geheimhouding op te leggen.De
VOORZITTER sluit zich gaarne hierbij aan en
legt aan ieder geheimhouding op.
Het lid LOTSTRA komt terug op de bespreking
destijds in de pastoriewaarbij alle raadsleden
waren uitgenodigd.Hij acht dit niet juist en
ziet dit meer als een taak van Burgemeester en
Wethouders
De VOORZITTER zet uiteen,dat hij zowel
als de anderen de uitnodiging niet uit de weg
kon gaan ofschoon hij het node deed.
Het lid LOTSTRA geeft toe, dat hieraan niet