-66- De VOORZITTER zegt er toe te willen komen 1. dat in de eerstvolgende raadsvergadering een voorstel van Burgemeester en Wethouders ter tafel komt in de vorm zoals thans wordt besloten. Vandaar ook de noodzaak tot vertrouwelijkheid tijdens de huidige vergadering. Het te bespreken onderwerk valt uiteen -aldus de voorzitter- in twee phasen. 1heeft de gemeente belang bij de aankoop van pastorie met tuin en achtertuin. 2. welke bestemming denkt men te geven aan deze pastorie, indien tot aankoop wordt overgegaan. Omtrent de eerste phase zegt de VOORZITTER, dat naar zijn mening de heer Pastoor een andere koper heeft, aangezien de heer Pastoor heeft gevraagd om een aanbod enerzijds voor de pastorie met tuin anderzijds alleen voor de achtertuin. Bij de achterliggende grond is de gemeente wel geïnteresseerd. Het grenst immers aan het 3 terrein van Openbare Werken. Deze dienst -aldus nog steeds de voorzitter- is eng behuisd en vraagt om terreinuitbreiding. Bovendien is deze grond aantrekkelijk, indien het noodzakelijk zal blijken de meisjesschool uit te breiden. Het gaat hier immers om een oppervlakte van onge veer 30 bij ^fO m2. De VOORZITTER deelt als mening van Burgemeester en Wethouders mede, dat r men in principe wil overgaan tot aankoop van het gehele terrein. Bovendien heeft de gemeente dan op dat punt de Markt alles in de hand. Het lid AARTS zegt blij te zijn dat deze zaak speelt. Besturen is immers vooruit zien, er worden aan de Markt kapitalen besteed, hier moeten we de bus niet missen. Hij is voorstander van doortastend handelen. Het lid HURKS vraagt zich af of Burgemeester en Wethouders in de pastorie geen mogelijkheid zien om er b.v. Burgerlijke Stand en Bevolking in onder te brengen. Wethouder VAN DER WESTEN zegt dat het niet eenvoudig is de gemeentelijke dienst te splitsen. Het lid AARTS stelt als zijn mening dat het toch voor velen er hinderlijk is voor gemeen telijke zaken naar Princenhage te komen. Wethouder VAN DER WESTEN informeert of het terrein niet als begraafplaats kan worden opge ëist. De VOORZITTER deelt hieromtrent mede, dat een begraafplaats door de gemeente wordt aange wezen, derhalve bij uitbreidingsplan, en dan nog over het algemeen op goedkope grond. Bovendien acht hij het terrein te klein voor een werkelijke groei van de gemeente. Het lid P.BIEMANS is van oordeel, dat we er straks spijt van krijgen indien thans niet wordt gekocht. De VOORZITTER zegt dat de heer Pastoor het perceel wil ontkoppelen ten aanzien van de prijs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 77