Kleedine Brandweer»
Overgang Nieuwveer.
4. Aanvulling instructie
gemeente-ontvanger.
5. Vergoedingen art.72
L.O. wet 1920.(herstel
oorlogsschade)
6. Verzoek ex.art.72 L.O.
wet 1920.(verbetering
V-.C.'s en aanschaffing
schoolborden)
7. Wijziging verordening
hond er-bel as ting
Van de Rijksinspectie van het Brandweerwezen is
bericht binnengekomen,dat binnenkort een toe
wijzing voor de benoodigde kleeding kan worden
tegemoetgezien.'
Het oorspronkelijke plan tot het instellen van
een veer kan wegens materialengebrek niet wordei
verwezenlijkt.
Bij besprekingen met den ingenieur van de Rijks
waterstaat is gebleken dat deze plannen be
raamt, om,bij opening van de verkeersbrug over
de Moerdijk, de te verwachten overbelasting van
de Terheijdenscheweg,op te vangen door dit ver
keer gedeeltelijk te leiden over de Nieuwe weg
van de Liesboschlaan te Breda naar het Nieuw
veer. Indien hiertoe wordt overgegaan zal de
Rijkswaterstaat de Rijksweg naar Moerdijk vanaf
de Liesboschlaan tot het Nieuwveer verharden en
bij het Nieuwveer een Bailey-brug slaan.
Omtrent dit punt is door Burgemeester en Wet
houders een schriftelijk voorstel ingediend met
bijgevoegd ontwerpbesluit.(Bijlage nr. 3.en 3a.
Met algemeene stemmen wordt besloten de instruc!
tie aan te vullen conform het voorstel van Bur-'
gemeester en Wethouders.
Overeenkomstig het schriftelijk voorstel van
Burgemeester en Wethouders (Bijlagen 4.en 4a),
wordt met algemeene stemmen besloten de gevraag
de medewerking te verleenen.
Overeenkomstig het schriftelijk voorstel van
Burgemeester en Wethouders (Bijlagen nr.5.,5a.,
en 5b.) wordt met algemeene stemmen besloten de
gevraagde medewerking te verleenen.
Burgemeester en Wethouders hebben omtrent dit
punt een schriftelijk voorstel met ontwerpbe
sluit ingediend. (Bijlagen nr. 6.,6a.,).
De raad,bij monde van het lid VAN DER VEEKEN,
blijkt echter verder te willen gaan dan het
voorstel van Burgemeester en Wethouders reikt.
De algemeene meening is dat een belangrijk aan
tal houders van honden meerdere dure exemplaren
hebben aangekocht om zwart geld zooveel moge
lijk veilig te stellen. Deze personen dienen
nog ingrijpender te worden getroffen dan in het
voorstel van Burgemeester en Wethouders is aan
gegeven. De Voorzitter deelt mede dat ook in
het college van Burgemeester en Wethouders de
ze aangelegenheid is besproken,doch dat beter
werd geacht het voorstel gematigd te houden.
Indien de raad echter hooger wil gaan in het
bepalen van heffingsbedragen is hij gaarne be
reid een voorstel dienaangaande te vernemen.
Na uitvoerige bespreking formuleert de Voorzit
ter het volgende voorstel:
De belasting voor zg. bedrijfshonden wordt be
paald op f 3,7 5 per hond,de belasting voor
-8-