zijn, nu door de Rijksweg het verkeer aldaar
is afgeroomd. Wel is in de toekomst de aan
leg van een rijwielpad te verwachten voor het
onderling verkeer tussen de kerkdorpen.
Om de gemeente ïerheijden een daad op te leg
gen zou de hulp van Gedeputeerde Staten moeten
worden ingeroepen. Gevolg gevende aan het
verzoek van Gedeputeerde Staten wordt hierna
de begrotingswijziging 1947, no.7 met alge
mene stemmen ingetronken.
e) Nota van aanmerkingen van Gedeputeerde
Staten d.d. 18 Februari 194^, G nr.987, op de
gemeentebegroting 1948.
Aan de gemaakte bedenkingen zal worden tege
moet gekomen, zoals neergelegd in het over
gelegde concept-antwoord dd. 16 April 194^,
no444*
Mededelingen. De Voorzitter deelt mede dat P.Franken te
Breda niet bereid gevonden is de voor de ver
legging van het rijwielpad achter de bomen be
nodigde grond tegen de door het Prijzenbureau
getaxeerde waarde ad f.0,40 per M2 aan de
gemeente af te staan, zodat dit plan voorlo
pig niet verwezenlijkt zal kunnen worden.
De enige mogelijkheid daartoe zou zijn het
object in het uitbreidingsplan op te nemen,
om daarna tot onteigening te kunnen overgaan.
De raad spreekt er zijn spijt over uit dat dit
plan niet direct ui gevoerd kan worden. Alge
meen is men van oordeel, dat -indien met
Franken nog eens zou kunnen worden gepraat,
wellicht nog wel kans op het verkrijgen van
de grond zou kunnen bestaan.
De beide wethouders verklaren zich bereid
met Franken te gaan onderhandelen.
Straatverlichting. De Voorzitter deelt verder mede, dat in de
vorige vergadering werd besloten tot ver
plaatsing van twee lantaarnmasten in de Beek-
sestraat en op V/estrik. De verplaatsingskos
ten zullen echter f.1 25-per mast bedragen.
In dit verband wordt thans het daartoe nodige
crediet gevraagd. Na bespreking wordt met al
gemene stemmen besloten de lantaarnmast aan
de Beeksestraat niet te verplaatsen, doch
die op Moleneind te verplaatsen naar de bocht
bij de Vooght. Ter uitvoering hiervan wordt
aan Burgemeester en Wethouders het benodigde
crediet van f.125,verleend.
Electricit eits- Op een desbetreffende vraag van het lid HURKS
voorziening. licht de Voorzitter toe dat -in afwijking
van de in de voorwaarden tot levering van
electriciteit opgenomen bepaling- de aan
sluitkosten voor rekening van de P.N.E.M.
zullen komen. De woning van M.Taks is op
zodanig verre afstand gelegen dat voor aanslui
ting daarvan niet alleen over een grote lengte
kabel zal moeten worden gelegd, doch boven
dien extra een transformatorhuisge zou moeten
worden gebouwd.
i
-122-