-124-
Ge timmer ten bl.i wo
ningen.
der Woonruimtewet 1947 met algemene stemmen
vastgesteld. (Bijlage no.20).
In dit verband vraagt het lid VAN DER VEEKEN
of het ook hier -evenals elders- in de bedoe
ling ligt bij de nieuw gebouwde woningen ge
timmerten te weren. In bevestigend geval
ware het wenselijk vooraf aan de huurvoorwaar
den bekendheid te geven. De Voorzitter ant
woordt hierop dat het inderdaad in de bedoe
ling ligt dergelijke getimmerten, welke een
hoogte hebben vsn meer dan 1 M te weren, ten
einde te voorkomen dat ter plaatse een achter
buurttoestand ontstaat. Betrokkene zal ech
ter vooraf een concept-huurcontract ter ken
nisneming worden voorgelegd.
Het lid HURKS merkt op, dat, indien geen var
kenshokken zullen mogen worden geplaatst,
de animo voor de woningen veel minder zal
zijn. Hoewel spreker toegeeft dat achter
buurttoe standen moeten worden voorkomen, meent
hij deze aangelegenheid bij Burgemeester en
Wethouders toch in ernstige overweging te
moeten geven.
Het lid DIKMANS is van mening dat deze aange
legenheid zou kunnen worden opgelost door de
huurders de verplichting op te leggen van
een voornemen tot bijbouw van vaste construc
ties vooraf toestemming van Burgemeester en
Wethouders te vragen.
Het lid PELLIS adviseert het oprichten ven
bijgebouwen onder bepaalde voorwaarden toe te
staan, aangezien anders wel eens het gevaar
zou komen te bestaan dat niet alle woningen
bewoond zullen worden.
Het lid DE V00GHT is van mening dat, zodra
de vleespositie ruimer zal zijn, door de
huurders geen varkens meer zullen worden ge
houden.
Het lid PELLIS verwacht daarentegen dat zij,
die momenteel een varken houden, hiermede in
de toekomst ook zullen doorgaan. Spreker
adviseert de mogelijkheid tot bouw van var
kenshokken niet uit te snijden. Het lid
HURKS zegt, datde hokken, die uit hygiënisch
oogpunt toch uit metselsteen zullen moeten
worden opgetrokken, voor betrokkenen te kost
baar zullen worden.
WethouderVAN BAAL merkt op, dat het houden
van varkens niet boven de bewoningbelangen
van het gezin gestel;! mogen worden. Spreker
verklaart zich echter met de oprichting
van getimmerten te kunnen verenigen indien
deze -na daartoe verkregen toestemming-
worden geplaatst te gen de achterste met lugus-
trum te planten haag van het perceel, des
noods voor een bepaalde tijd.
Op voorstel van het lid HUIJBEN wordt ten
slotte besloten het oprichten van getimmerten
toe te staan onder door Burgemeester en Wet
houders te stellen voorwaarden voor een tijds
duur van één jaar, behoudens verlenging