Pastoor Oomenlaan Het lid VAN DEP VEEKENwijst er op dat de rijweg
en Pasquélaan. van de Pastoor Ooraenlaan en de Pasquélaan
slechts 4è M breed zal worden, welke bt 'be z.ml
voor een dorpsverkeersweg te smal is.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat deze breedte
ook overeenkomstig het ontwerp-uitbreidings-
plan is bepaald. Gedeputeerde Staten zouden
weliswaar een breedte vsn 5 11 goedkeuren. De
beperking betekent echter een financiële be
sparing. Momenteel is er nog geen accoord om-
trent de uitvoering. Spreker hoopt in de volgen-
de vergadering daarover meer te kunnen mededelen?
N- ar de mogelijkheid - ordt uitgezien het werk
in eigen beheer uit te voeren. Geziende onpret
tige ervaring met de firma Sins en ie Lsat
ligt het namelijk niet in de bedoeling de uit
voering ook aan deze firma op te dragen. Ye
moeten op ons qui vive zijn. Bovendien zal
uitvoering in eigen beheer een niot-onbelangrijk
geldbesparing opleveren.
Riolering. Het lid II VS brengt de door de firma. Sins en >j
de Laat uitgevoerde rioleringswerken ter sprake.
Volgens spreker zou er een onprettige ver- 1
houding best an tussen opzichter en uitvoerder,
als gevolg van af ijkingen van het plan.
De VOORZITTER zegt dat dienten evolge het werk
een moment moest worden stop gelegd en voor
zichtigheid momenteel geboden is.
Het lid AARTS vijst er op dat de rioolverbindin-
gen niet volgens plan zijn uitgevoerd en
vraagt of .deze afwijking geen nadeel voor de
riolering kan opleveren.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat oorspronke
lijk inderdaad in dit opzicht ven het plan
werd afgeweken, doch de vereiste lesplaten na
dien alsnog werden aangebracht. Ook wijst spreke
er op dat de opzichter ven de woningbouw geen
grondtechnicus is.
Schoolstraat. Verder wijst het lid AARTS er op dat de voegen
van de langs de Schoolstraat geplaatste muur j
niet parallel lopen. r
De VOORZITTER zegt hiervan goede nota te zullen
nemen.
Het lid DIKMALS adviseert niet te zoetsappig
te zijn doch de muur desnoods te laten afbraken
en opnieuw opbouwen.
Het lid HURKS vraagt in het belang van voldoende
uitzicht voor de schoolkinderen in de boeht een
ijzerconstructie aan te brengen. De VOORZITTER
merkt naar aanleiding hiervan op dat ter plaatse
voorheen een schutting stond, welke het uit- e
zicht geheel be emmerde.
Wethoi der VAN BAAL wijst er op dat in het be
lang van de veiligheid der schoolkinderen ter
plaatse toch een behoorlijk trottoir aanwezig is:
Uitbreidingsplan. Het lid R0MI1E vraagt in welk stadium de opstel
ling van het ontwerp uitbreidingsplan verkeert.
Aan de hand van het betrokken dossier toont de
VOORZITTER aan dat reeds in 1943 'an het Inge-