Uittreding Gemeenfechap
peli.jke regeling Bouw-
Woning- en Welstands
toezicht.
Wethouder VAL BAAL belicht de financiële
voordelen, aangezien het terrein ook zal
kunnen worden aangewend voor standplaatsen
van kermisinrichtingen, circus enz.
De VOORZITTER voegt hieraan toe dat indien
het sportterrein onverhoopt een stropterrein
mocht worden, de aanleg toch in het algemeen
belang van de gemeente moet worden geacht.
Het lid DE VOOGHT acht het noodzakelijk de
tuitersport uit te sluiten, teneinde bescha
diging van het terrein te voorkomen,waarop
het lid DIKMANS opmerkt dat het terrein na
het eerste jaar met een vaste ondergrond wel
voor de ruitersport geschikt zal zijn. Het 5
gebruik zouden echter beperkt moet blijven
tot het jaarlijkse concours-hippique, dus
met uitsluiting van oefeningen.
De VOORZITTER vraagt of de Raad de aanleg var
een sportterrein in principe kan goedkeuren,
waarna dan later een begroting van kosten
zal worden voorgelegd.
Het lid HURKS adviseert de grondruiling in
elk geval te aanvaarden, aangezien zulks t
voor de gemeente een belangrijke verbetering r
betekent. 3
Het lid AARTS noemt het sportterrein een prac:
oplossing, hetwelk door alle sportliefhebbers
temeer om zijn gunstige ligging, ten zeerste
zal worden toegejuicht.
De Raad verklaart zich hierna met algemene
stemmen accoord met het voorstel tot aanleg
van een sportterrein aan de Schoolstraat.
Het lid HURKS vraagt inlichtingen over de
werking van het Bouw-, Woning- en Welstands
toezicht en beklaagt zich over de stroeve
toepassing van voorschriften bij het bouwen.
Spreker geeft Burgemeester en Wethouders
in overweging zich van genoemde dienst af
te scheiden. i
De VOORZITTER antwoordt hierop dat de gemeent
tot 1 Januari 1949 contractueel aan de ter
zake aangegane gemeenschappelijke regeling
vast zit.
De op handen zijnde reorganisatie van de
dienst bevredigt spreker niet. Uittreding
geeft consequenties, Alsdan zal moeten worder
overgegaan tot aanstelling van een eigen op
zichter. Van wethouder BIEMAJNS, die reeds
veel meer presteert dan hij moet, kan dit
niet verwacht worden.
Het lid HURKS vraagt zich af wat het beste
voor de gemeenschap zal zijn. Men zal welis
waar duurder uit kunnen zijn, maar de bevol
king daarentegen tevreden. De dienst bekijkt
een plattelandsgemeente door een grootstede
lijke bril.
Het lid AARTS meent dat inplaats van met een
opzichter, met een technisch adviseur zou
kunnenworden volstaan; waarop de VOORZITTER
antwoordt dat b.v. architect van Genk de
bouwplannen zou kunnen beoordelen en het
-166-