Ook het lid HU ESS is van dezelfde mening.
De VOORZITTER zegt dat buurten waarin duiven
worden gehouden gemakkelijk als minderwaardig
worden bestempeld. In dit geval wil het lid
HURKS ook elders in de gemeente beperkingen
opgelegd zien, waarop de VOORZITTER opmerkt
dat de gemeente ten opzichte der betrokken
woningen als eigenares staat.
Het lid VAN R0SMEULEN is voor medewerking
indien het aantal te houden duiven tot slechts
enkelen beperkt zou blijven, die dan als wed
strijdvliegers zouden kunnen worden aangehou
den.
Het lid HURKS zegt dat het hem bekend is dat
adressant de Hoon over '10 duiven beschikt.
De VOORZITTER concludeert dat enkele leden
een beperkt aantal duiven zouden willen toe
laten, terwijl Burgemeester en Wethouders
hiertegenover geheel afwijzend staan. Indien
op de vroegere afwijzingen zou moeten worden
teruggekomen zal het prestige ven Burgemeester
en Wethouders ongetv/i jfeld worden geschaad.
Bovendien is in de toekomst te verwachten
dat dergelijke verzoekschriften steeds tot de
raad zullen worden gericht.
Het lid BASTIAANSEN antwoordt hierop dat de
raad echter niet alles zal goedkeuren. In
dit geval dringt hij echter op soepelheid aan,
ten einde de bevroners enigszins tegemoet te
komen. Achteraf zou regelmatig contröle kun
nen pla'ts hebben, zowel op de hokken als op
het aantal duiven.
Het lid HURKS voegt hieraan toe dat het houden
van duiven voor dergelijke mensen een zekere
morele waarde heeft.
Het is spreker bekend dat de Hoon het proefko
nijn is van de Duivenbond Beek N.B.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat de Voorzit-'
ter van de Bredase Duivenbond op diens ver
zoek omtrent dit geval is ingelicht en zich
bij de belsissing van het gemeentebestuur
in verband met de in de huurcontracten voor
komende bepalingen heeft neergelegd.
De Voorzitter brengt allereest in stemming
het verzoek van H.de Hoon tot plaatsing van
een duivenhok.
Vóór stemmen de leden: Baremans, Hurks en
Bastiaansen, tegen de leden: Biemans, Huijben,
v.Rosmeulen, Weterings, Romine, Dikmans en
van Baal, zodat op het verzoek met 7 tegen 3
stemmen afwijzend wordt beschikt.
Vervolgens komt aan de orde de vraag of in
de toekomst het houden van duiven moeten wor-
den toegestaan of geweigerd. 1
Het lid DIKMANS stelt voor een uniform hok
voor te schrijven, wa:rvan de grootte en uit
voering door Burgemeester en Wethouders zul
len worden bepaald. De hokken zullen echter
niet aan de woningen, doch afzonderlijk moe
ten worden opgericht.
-208-