-223-
11. Benoeming lid Bur- De VOORZITTER zegt, dat de heer M.L.van Ros-
aetiijk Armbestuur, meulen aan de beurt is voor periodieke af
treding als lid van het Burgerlijk Armbestuur
Het Burgerlijk Armbestuur heeft verzocht
om in de vacature te voorzien door herbe
noeming van de heer van Rosmeulen.
De Voorzitter verzoekt de leden Huijben en
van Rosmeulen om op te treden als stemop-
nemers.
Uitgebracht worden 9 stemmen, waarvan 8 stem
men op de heer van Rosmeulen en een blano
stem,
Het lid van Rosmeulen verklaart zijn benoemin,
te aanvaarden, waarna de Voorzitter hem
geluk wenst met zijn herbenoeming.
12. Advies-commissie De VOORZITTER zegt, dat thans het punt aan
Woonruimtewet de orde komt, waarvoor door de leden Hurks,
Interpellatie Hurks.Baremans en Bastiaansen, ingevolge artikel
47 der gemeentewet deze raadsvergadering
is aangevraagd.
Alvorens echter het woord te verlenen aan
het lid Hurks geeft de VOORZITTER een toe
lichting over deze kwestie in verband met de
autonomie en het zelfbestuur van de gemeente
en de daaruit voortvloeiende verantwoordings
plicht van het college van Burgemeester en
Wethouders. Hij zegt o.in., dat de uitvoering
van de Woonruimtewet zelfbestuur is en dat
het college hierover geen verantwoording
verschuldigd is aan de raad. Het college zal
desondanks toch gaarne de meming van de raad
vernemen t.a.v. hun handelingen op het ter
rein van de bestrijding van de woningnood.
Hij behoudt zich echter het recht voor
te bespreking ten alle tijde te onderbreken.
Het lid HURKS zegt, dat hij zijn in de vorige
vergadering gevallen benoeming tot lid van de
adviescommissie ingevolge de woonruirntewet
heeft aangehouden, daar hij het met het tot
nu toe gevolgde beleid niet eens is. De
woningpolitiek wordt niet radicaal genoeg
gevoerd. Het is hem opgevallen, dat dé grote
panden buiten beschouwing worden gelaten,
terwijl juist daar de meeste ruimte is.
Hij wil Igaarne medewerken om een en ander
in goede banen te leiden, maar wanneer op
dezelfde manier als tot dusver wordt doorge
gaan, wordt er geen oplossing gevonden.
Hij heeft een lijst gezien, waarop namen van
mensen voorkomen, die al twee jaar geleden
daarop werden geplaatst en nu nog niet gehol
pen zijn. Verder heeft hij gehoord, dat som
mige bewoners van grote huizen in de gelegen
heid zijn gesteld om vóór 15 November mensen
in te nemen, daar anders bij hen woonruimte z
zou worden gevorderd. Voor zover hem bekend
is heeft slechts een der aangeschrevenen
aan deze eis voldaan. Er zijn mensen bij hem
geweest aan wie beloofd was, dat voor hen na
15 November in een der betrokken woningen