-177-
rnoet zover komen dat elke bewoner inziet
dat hij zijn omgeving zo aantrekkelijk moge
lijk zal houden.
Spreker is van mening dat de Dienst probeert
zo soepel mogelijk te zijn en vraagt zich af
of met de welstandseisen nog niet verder moet
worden gegaan.
In Beek N.B. staan verschillende mooie boerde
rijen, die voor het toerisme enz. van grote be
tekenis zijn. Bij een eventuele verbouwing
wil men er dan echter een nieuw huis van
maken; dat is niet mogelijk en vloekt met el
kaar. Een boeaerij heeft een bepaald cachet,
hetwelk moet worden behouden.
Het lid HURKS zegt dat de bezwaren van de be
volking voornamelijk liggen in de plaatsing
van stallen en hokken. e
Het lid DE VOOGHT voegt hieraan toe dat de
mensen al tevreden zijn als de woning maar
waterdicht is; van andere overbodige bijkom
stigheden houden de mensen niet.
v.d.Palen wijst in dit verband op ondervonden
grote moeilijkheden en voorgekomen botsingen.
De Dienst heeft niet de intentie om iets r
duur te maken, vooral niet in deze tijden. j
Indien dit eens geëist zou zijn dan is dat ge
beurd opdat men er in de toekomst beter van
zal kunnen zijn, dus in belang van betrokkenen
zelf.
Het lid HURKS zegt dat de bevolking engst heef'
voor de ambtenaren van de Dienst, v.d.Palen
antwoordt hierop dat deze ambtenaren er na
tuurlijk rekening mede moeten houden dat er t
in de gemeente een bouwverordening bestaat.
Men ziet wel de donkere, echter niet de Jichte.
zijde van de Dienst.
Het lid DIKi.lAJNS beklaagt er zich over dat de
verbetering van de Beeksestraat nu na bijna
lf jaar geleden gehouden bespreking, nog niet
is uitgevoerd. 1
De VOORZITTER merkt naar aanleiding hiervan
op dat wisseling van ambtenaren de uitvoering
heeft gestagneerd. Bedoelde ambtenaren moeten
ook politie-controle uitoefenen. Nu de heer
v.d.Drift openbare werken behandelt zal ook
de Beeksestraat automatisch aan de orde komen.
Spreker heeft alle lof voor het onderdeel
openbare werken. Wat de Beeksestraat betreft
moet worden toegegeven dat niet alle schuld
bij de Dienst ligt.
Het lid DE VOOGHT uit zijn bezwaren tegen de
tegenwoordige opzichter en wijst in dit verban<
op het geval tuinbouwloods.
Ook tussen deze opzichter en de aannemer kwamei1
foo t s in g en vo o rl"
v.d.Palen adviseert hem in dergelijke gevallen
te waarschuwen. Indien men echter een eigen
opzichter heeft,zou men voor dezelfde moeilijk
heden komen te staan. De Dienst is voor het
platteland nog betrekkelijk nieuw, en wordt noi