Rekening-courant-
overeenkomst
Boerenleenbank
Beek I\i.B.
Medewerking ex.
art.72 L.O.wet
1920 Meisjesschool
Leermiddelen
hui shoudonderwi .i s
hieruit voortvloeiende wijziging no.6 van de
gemeentebegroting, dienstjaar 1950.
Na beantwoording door de VOORZITTER van enige
door de leden J.AARTS en M.VAN R0SMEULEN ter
zake gestelde vragen, wordt conform het voor
stel van Burgeraeester en Wethouders (Bijlage
no.16) zonder hoofdelijke stemming besloten
per 15 April 1950 met de Boerenleenbank te
BeekN.B. een rekening-courant-overeenkomst
aan te gaan tot een maximum-bedrag van
f.100.000,(Bijlagen nos. 17 en 18)
De VOORZITTER licht toe, dat de betrokken
school nog niet in het bezit is van de vereis-
te Ministeriele toestemming tot het doen geven
van huishoudonderwijs in het 7e en 8e leer
jaar en dat, howel de Inspecteur van het Lager
Onderwijs adviseert de medewerking in principe
te verlenen- Burgemeester en Wethouders hebben
gemeend daaromtrent een afwijzend voorstel
te moeten doen, temeer daar thans geen voldoen
de ruimte in de betrokken lokalen aanwezig
is, terwijl ook de opgegeven kostencijfers
t.z.t. aan wijziging onderheving kunnen zijn.
Het lid HURKS wijst er op dat de plaatselijke
afdeling van de N.C.B. -destijds voor huis-
houdonderwijs ter plaatse heeft moeten vech
ten. Spreker vreest dat, wanneer ook de Meis
jesschool het huishoudonderwijs gaat geven,
de plaatselijke huishoudcursus geen bestaans-
mogelijk meer zal behouden, met als gevolg
dat deze cursus zou moeten worden opgeheven.
Een samenwerking tussen Meisjesschool en
plaatselijke huishoudcursus acht spreker van
het grootste belang. Aldus zal men kunnen be
reiken dat in de toekomst een permanente 1
huishoudschool zal worden gevestigd.
Indien dan ook de leerlingen van de Meisjes
school daarvan gebruik zouden maken, behoeven
niet afzonderlijk gelden voor leermiddelen
worden gevoteerd.
De V00RZITTEB. zegt hierop het hoofd der
school voorstellen in deze geest te hebben
gedaan. Men bleek echter niet tot deze oplos
sing bereid te zijn. Het lid AARTS merkt nog
op dat de leermiddelen thans slechts ten dele
worden aangeschaft. Uit een oogpunt van unifor
miteit kan beter gewacht worden totdat een
totaal overzicht van de te bestellen leer- en
hulpmiddelen zal zijn verkregen.
Op een voorstel van het lid HURKS de beslissing
OP het verzoek aan te houden deelt de VOORZIT-
TER mede dat zulks niet mogelijk is aangezien
de beslissing aan een wettelijke termijn van
drie maanden gebonden is.
Het lid HURKS zegt er van overtuigd te zijn
dat de N.C.B. in zijn bovengeschetst plan
zal medewerken.
De VOORZITTER acht het wenselijk het verzoek
af te wijzen en intussen contact oo te nemen
-18-