-30-
woordt dat hij momenteel de zwaarste gevallen
niet kan beoordelen, doch de bewuste lijst
eer secretarie zal doen deponeren.
Ook spreker is het er mede eens de z.g.n.
"voldoend sterke be rokkenen"niet van gemeente
wege te helpen.
Op de vraag ven het lid HURKS of de gemeente
na ontvangst van de lijst tot medewerking i
bereid zal zijn, antwoordt de VOORZITTER
dat deze bereidheid tot medewerking steeds
aanwezig is geweest. De aangelegenheid is
echter door betrokkenen in een politieke
sfeer gebracht. Het ligt geenzins in onze be
doeling het hun moeilijk te maken.
Het lid VAN R0SMEULEN hoopt dat bij rooiing
ook wederom herplant zal plaats hebben, omdat
hij niet gaarne een boomloze gemeente zou zien
waardoor bovendien zandverstuivingen zouden
worden bevorderd. Spreker vraagt de herplant
te doen geschieden met bomen die minder
schade zullen aanrichten.
Hierop geeft wethouder BIEMAJNS een opsomming
van de soorten der gedurende de laatste ja
ren aangeplante bomen, waaronder een gering
aantal canada.
De VOORZITTER merkt nog op dat de beplantings-
plennen steeds ter beslissing aan de raad word
den voorgelegd.
Op voorstel van de VOORZITTER wordt tenslotte
zonder hoofdelijke stemming besloten de R.K.
Tuinbouvvereni ing, afd.Beek N.B. in de gele
genheid te stellen de lijst van schadegeval
len ter bestudering ten Burgemeester en bet-
houders over te leggen. Hiermede wordt echter
geen enkele toezegging gedaan.
Vikningpolitiek en Advies- De VOORZITTER doet hierna voorlezing van een
cour'ii s .sj e 'vVoon r i lm te wetdoor de raadsleden Ba remans, Hurks en Basti-
aansen tot de minister van Binnenlandse Zaken
gericht schrijven dd. 1$ April 1950 (dossier
1.778.545) inzake de door het Gemeentebestuur
gevoerde woningpolitiek.
De VOORZITTER kan niet nalaten hierover een
enkel woord te spreken. De wijze waaop dit
verzoek is ingericht, is niet juist. Volgens
de vastgestelde raadsnotulen van 24 December
1949 werd zonder hoofdelijke stemming besloten
de ontheffing tot het hebben van een advies
commissie ingevolge de V.oonruimtewet 1947
bij de Minister aan te vragen.
Betrokkenen hebben dus ook aan het besluit
medegewerkt. Bovendien verklaarde het lid
HURKS dat ook het vierde lid van de commissie
zou bedenken. Burgemeester en Wethouders
zouden nadien niets meer gedaan hebben.
Hiertegenover kan gesteld worden dat haast
elke week woningproblemen werden besproken en
zoveel mogelijk opgelost. Zonder adviescommissi
bestaat er echter steeds beroepsmogelijkheid.
Met de procedure is 7 a 8 maanden gemoeid, zo-