-41- Intieme besprekingen 10. Rondvraag. Brandputten. Sluiting. Martens. Volgens de hierna voor 2 plaatsvervangende leden gehouden schriftelijke stemming zijn uitgebracht op C.van Bragt 10, op C.L.Krui- ning 6 en op G.Gelens 3 stemmen, zodat tot plaatsvervangende leden der Adviescommissie zijn benoemd: C.van Bragt en C.L.Kruining. De VOORZITTER stelt zich voor de Instructie der Adviescommissie in dier voege aan te vullen dat het de leden nadrukkelijk verboden is individueel met woningzoekenden contact te hebben, welke maatregel door de raad wordt toegejuicht. Op geanimeerde wijze heeft hier na een vrije gedachtenwisseling plaats omtrent de meest urgente woningproblemen in de ge meente. Deze geanimeerde bespreking geeft de Voorzitte en raad aanleiding te besluiten ook in de toekomst een z.g. intiem babbeltje te houden, echter dan na de sluiting van de vergadering. Het lid AARTS vraagt inlichtingen aangaande de reeds eerder besproken plannen tot uit breiding van het aantal brandputten. De VOORZITTER deelt hierop mede terzake reeds contact met de gemeente Breda en de D.Ü.W. te hebben opgenomen, van welke laatstgenoemde instantie binnenkort een kostenbegroting kan worden tegemoet gezien. Het ligt in het voornemen nog dit jaar 6è 7 brandputten te graven. Het lid HURKS acht het noodzakelijk meer brandslangen aan te kopen, gezien het te gerifi aantal en op te grote afstand van elkaar gelegen brandputten. Het lid AARTS wijst op de onmogelijkheid daarvan, aangezien op te grote afstand te weinig atmospherische druk verkregen wordt. Het lid HURKS wijst er op dat de brandputten meermalen droog staan, hetgeen de VOORZITTER doet opmerken dat men bij aanhoudende droogte alom met watertekort te kampen heeft. Niets meer aan de orde zijnde en niemand meer het woord verlangend, sluit de Voorzit ter de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Beek N.B. in zijn openbare vergadering van *j. Aj ft? DE RA/-D VOORNOEMD, Vjx&ezitter. .Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 41