rnet 9 voor, 1 tegen en 1 onthouding aangeno
men:
Voor stemmen: Huijben, van Rosmeulen, Wete-
rings, Aarts, Bastiaansen, Romme, Dikmans,
van Baal en Biemans;
Tegen: Baremans; Onthouding: Hurks.
3. Houden van duiven De Voorzitter licht toe dat in de vergadering
door bewoners, van van 19 November 1949 over dit onderwerp de
gemeente-woningenstemmen hebben gestaakt en de beraadslagingen
hieromtrent opnieuw kunnen worden geopend.
Het lid AARTS spreekt er zijn spijt over uit
dat hij in de bewuste vergadering niet aanwe
zig kon zijn. Spreker acht het niet gewenst
de kwestie door raiddel van een stemming op te
lossen, doch het houden van duiven te accepte
ten mits deze worden gehouden in uniforme
hokken waarvan het model van gemeentewege zal
worden voorgeschreven.
Het lid HURKS sluit zich aan bij de woorden
van de vorige spreker omdat deze hetzelfde
inhouden als het destijds door hem gedane
voorstel.
De VOORZITTER toont hierop een door de ge
meente-opzichter gemaakte tekening van een
modelhok bestemd voor 10 duiven. De afmetin
gen komen spreker echter te ruim voor, mede
uit estethisch oogpunt in verband met de klein
heid van de percelen.
De VOORZITTER wijst er echter nogmaals op dat
bij het gemeentebestuur niet alleen bezwaar
bestaat tegen het plaatsen van hokken, doch
in het bijzonder tegen het houden van duiven
zelf, in verband met het onderhoud der wo
ningen.
Op een vraag van het lid BASTIAANSEN of de
gemeente wel gerechtigd is het houden van dui
ven te verbieden, antwoordt de VOORZITTER
dat zulks als politie-maatregel niet mogelijk
is. Hiermede wordt echter een orde-maatregel
beoogd ter bescherming van eigendommen der
gemeente, in welk geval echter wel paal en
perk gesteld kan worden voorzover het die
eigendommen betreft.
Na enige beraadslaging wordt ten slotte zon
der hoofdelijke stemming besloten het houden
van duiven tot maximum 10 door bewoners der
gemeente-woningen toe te staan mits daze dui
ven zullen worden gehouden in hokken volgens
getoonde ontwerp-tekening met dien verstande
dat de daarin aangegeven maten tot 2/3 zul]en
worden teruggebracht. Bij wijze van overgangs
termijn zullen de thans bestaande hokken
uiterlijk 1 Januari 1951 moeten zijn verwij
derd.
De VOORZITTER spreekt de verwachting uit en
neemt aan dat de raad volkomen achter het
thans ingenomen standpunt zal blijven staan
en gechicaneer in de toekomst achterwege zal
blijven.
-8-