-79-
9. Ontheffing art.2,6
Bouwverordening»
Uitbreiding Jongens-
school
Voorwaarde hypotheek-
regeling.
10. Aanvragen ex art.
72 L.O.wet 1920.
leermiddelenkamer
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad
om deze reden de aanvrage van Joosen voor 1951 bui
ten behandeling te laten en te verschuiven naar
1952.
Waar de 4 eerstgenoemde candidaten hun aanvragen
reeds het vorig jaar -derhalve vóór de ter inzage
legging van het uitbreidingsplan- inzonden, doch
wegens gemis van bouwvolume hun bouwplannen niet
konden uitvoeren, wordt verder besloten de bepa
lingen van het uitbreidingsplan niet van toepassing
te verklaren op de sub 1 t/m 4 genoemde aanvragers.
De overige 4 aanvragers zullen echter wel cvan de
bepalingen van het uitbreidingsplan onderworpen
zijn. Resumerend wordt bouwvolume toegewezen
zonder toepassing van het uitbreidingsplan aan:
Ant.van Beek, C.van Aert, Chr.Kuiten en Pr.Voese-
nek, en met toepassing van het uitbreidingsplan
aan Har.Peemen, FriBoot, J.Aarts en N.V.Bosdal.
Kaar aanleiding van een van de Dienst van Bouw-,
Woning- en Welstandstoezicht ingekomen schrijven
wordt -na toelichting door de Voorzitter- zonder
hoofdelijke stemming besloten aan hen die voor de
woningbouw van de gemeentelijke hypotheekregeling
wensen gebruik te maken de verplichting op te
leggen te bouwen onder toezicht van een architect.
Deze bepaling zal de candidaat-bouwers vooraf
tijdig ter kennis worden gebracht.
Conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders
(Bijlage no.85) wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten aan C.Schuijbroek te Prinsenbeek, Groen
straat 9 ontheffing te verlenen van het bepaalde
in art.36, 2e lid der Bouwverordening. Gezien de
omstandigheid dat Schuijbroek tevens aannemer is
dient er in het ontheffingsbesluit op te worden
gewezen dat van overtredingen der bouwverordening
in het vervolg achteraf geen ontheffing meer zal
v/orden verleend en eventuele verzoeken om ont
heffing in de toekomst derhalve vooraf behoren te
worden ingediend.
De VOORZITTER zegt een bespreking gevoerd te
hebben met de Inspecteur van het lager onderwijs
te Breda omtrent de navolgende ingekomen verzoeken
om medewerking ex art.72 der L.O.wet 1920.
Ie. Een verzoek ad. 20 December 1950 van het Be
stuur der bijzondere lagere Jongensschool om be-r
schikbaarstelling van gelden voor de uitbreiding
dier school met twee lokalen, een dokters- en een
leerlingenkamereen lokaal voor handenarbeid enz.
benevens voor de eerste inrichting van genoemde
lokalen en het aanschaffen van leermiddelen.
De inspecteur van het lager onderwijs heeft omtrent
dit verzoek inmiddels gunstig geadviseerd.
De Voorzitter licht toe dat een en ander een uitgaaf
zal vergen van ongeveer f.80.000,
De raad spreekt er zijn verontwaardiging over uit
dat het hoofd der betrokken school in deze zijn
wil tracht door te zetten, zonder dat het school
bestuur van de noodzakelijkheid der voorzieningen
overtuigd wordt geacht.