-87-
ïïet spijt spreker dat de architect verhinderd
was deze vergadering bij te wonen, ten einde
de nodige toelichting op technisch gebied te
geven.
Ook door het schoolbestuur is aanvankelijk ovex-
wogen de nieuwe lokalen de bouwen aan de wester
zijvleugel en tevens de bovenverdieping te be
nutten.
Gevreesd wordt echter dat de constructie van
het bestaande gebouw dergelijke manupulaties
niet zal kunnen verdragen.
Bovendien werd hierbij gedacht het terrein te
benutten voor een toekomstige uitbreiding met
een gymnastieklokaal.
Een en ander werd reeds met de Bouwkundig Inspec
teur bekeken. Er mag niet uit het oog worden
verloren dat het Schoolbestuur zich beperkt
tot het geven van opdracht aan een architect.
De opgestelde plannen worden daarna door de Bouw
kundig Inspecteur bestudeerd en vaak belangrijk
gewijzigd.
Spreker betwijfelt of genoemde Inspecteur er
zich mede zal verenigen dat het kantoor-spreek-
lokaal op de bovenverdieping zal worden onderge
bracht, en v/ijst er ten slotte nog op dat als
gevolg daarvan de balklaag verzwaard en de
borstwering hoger dienen te worden.
Het lid VAN ROoMEULEN merkt op dat het lokaal
voor handenarbeid dan tevens als filmzaal zou
kunnen worden benut.
Uit aesthetisch oogpunt acht spreker het ook
beter de kantoorlokalen in de westervleugel
onder te brengen.
Het lid VAN R031L.ÜLEÏÏ stelt verder de vraag of
de heer Lotstra zijn vroegere belangstelling
voor de speelplaats verloren heeft, üu deze vol
gens ingediend plan belangrijk kleiner zal vror
den, waarop de heer LOTSTRA antwoordt dat het
ruime terrein destijds ten volle werd benut.
De aanleg vergde destijds een uitgaaf van f.5000,
waartegenover een jaarvergoeding van f.400,
voor huur van het patronaatsgebouw kwam te ver
vallen.
Het lid VAN R0SL1EULEN zegt dat de heer Lotstra
er ooit op aangedrongen heeft de speelplaats
nog te doen vergroten en daartoe grond van de
heer Dikmans aan te kopen.
De heer LOTSTRA verklaart nimmer daartoe het
voornemen te hebben gehad.
Het lid VAN ROSMEULEN zegt verder dat volgens het
plan de oliestook der centrale verwarming af
hankelijk is gesteld van het gemis van een behoèr
lijke toegang voor de aanvoer van andere brand
stoffen, als ookes enz. Spreker acht het stoken
met cokes meer gewenst.
De heer LOTSTRA antwoordt hierop dat de Bouw
kundig xnspecteur —in overleg met de architect—
oliestook beslist heeft voorgeschreven, waarop
de VOORZITTER opmerkt dat het hern bekend is dat
genoemde Inspecteur intussen zijn standpunt -mede