tot belangrijke kapitaalsinvesteringen geleid, zo
belangrijk zelfs, dat het finantieel evenwicht
in de begroting daardoor volkomen werd verstoord.
Daar de voorzieningen echter wettelijk werden
voorgeschreven konden deze niet worden geweigerd
en moesten noodzakelijkeiwijze andere facetten
van gemeentelijke zorg o.a. wegverbeteringen,
achterwege blijven.
Belangrijk was het besluit tot verbouwing en
uitbreiding van de H.K.MeisjesschoolDoor de aan
bouw van 6 nieuwe klaslokalen, gepaard gaande met
een inwendige verbouwing zal uiteindelijk een af
zonderlijke school voor l.o. en een voor v.g.l.o.
worden bereikt. Het huishoudonderwijs voor de meis
jes mag, zij het dan nog niet tot volle bevrediging,
voorlopig althans gewaarborgd heten. De kosten
dezer uitbreiding en verbouwing bedroegen ruim
120.000 gulden, inclusief kosten grond en archi
tectenhonorarium, hetgeen dus een kapitaalslast
van bijna f.30,— per inwoner betekent.
De huishoudcursus van de N.C.B. mocht zich weer
evenals voorheen in voldoende belangstelling ver
heugen. De kosten hiervan zijn voor de gemeente
ongeveer op f.1000,te ramen.
De kosten van het buitengewoon lager onderwijs
zijn angstwekkend gestegen tot ongeveer f.2000,
terwijl over 1951 deze kosten minstens f.3000,
zullen bedragen. Momenteel volgen 12 leerlingen
uit deze gemeente bedoeld onderwijs, zodat over
1950 gerekend de kosten per leerling f.165,be
dragen.
Belangrijk was te noemen het besluit van Uwe
raad tot het vaststellen van een subsidie ad f.10,
per leerling van het kleuteronderwijs, hetgeen tot
dusver zonder enig gemeentelijk subsidie had moeten
werken. Aangezien echter de bestaansmogelijkheid
van de kleuterschool in het gedrang kwam moet het
voteren van dit subsidie van groot belang worden
geacht.
Behoudens enkele kleinere voorzieningen in leer
middelen vorderde de jongensschool geen extra
lasten ingevolge artikel 72 der l.o.wet. Men be
hoeft echter niet te juichen aangezien in 1951
zoveel te meer een aanval op de gemeentelijke geld
middelen is te verwachten. Naar schatting zal in
dat jaar een uitgaaf van omstreeks f.80000,voor
die school noodzakelijk zijn.
'iVij kunnen niet anders dan met een bang hart
de ontwikkeling van deze tak van gemeentelijke zorg
met het oog op de gemeentelijke financi'én tege
moet zien.
Dit klemt nog te meer nu Gedeputeerde Staten
in beroep over 1950 vergoeding welke de gemeente
per,leerling van het l.o. beschikbaar moet stellen
hebben verhoogd van f.18,50 op f.24,75, hetgeen
voor de gemeente een extra± jaarlijkse last met
zich brengt van f.4500,
MAATSCHAPPELIJKE STEUN EN ZORG.
Op de begroting van het B.A. moest een bedrag
van f.8000,worden uitgetrokken als subsidie
van de gemeente, hetgeen f.500,meer bedraagt
-68-