-141-
NOTULEN VAN HET BEHANDELDE IN DE OPENBARE VERGA-
DERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE PRINSERBEEN O?
17 APRIL 1952.
Aanwezig zijn de leden: J.van Baal, J.C.Biemans,
J.Aarts, J.Bastiaansen, A.J Dikmans, A.J.C.Hurks,
J.Huijben, A.Romme, M.v.Rosmeulen en H.Weterings.
Afwezig wegens ziekte: W.Baremans.
Voorzitter: P.J.A.Baetens.
Secretaris: H.A.Huijbrechts
1. OpeningDe Voorzitter opent om 11.08 uur de vergadering
met gebed.
Huldiging «out Vervolgens richt spreker zich tot de raad en tot
Joosen. de ter vergadering aanwezig zijnde gemeente-ar
beider Wout Joosen, bij gelegenheid van diens
zilveren ambtsjubileum.
Spreker zegt dat de raad in bijzondere vergadering
is bijeengeroepen, omdat een van de leden van
het gemeente-personeel, namelijk de gemeente-ar
beider Wout Joosen de dag herdenkt waarop deze
vóór 25 jaren in dienst trad dezer gemeente. Het
geeft spreker een grote voldoening deze jubilaris
hulde te mogen brengen. Er zijn momententen in
het leven, waarbij men even behoort stil te staan.
Vele van deze mooie momenten komen in het leven
van de jubilaris voor. Tussen diverse stenen blinkt
hij als een mooi stuk kiezel uit.
Bovendien is hij een werkman van de oude stempel.
Zulke mensen worden niet veel meer aangetroffen,
op zulke mensen lean men trots zijn. Spreker be
tuigt zijn erkentelijkheid voor alles wat de jubi
laris in het gemeentebelang heeft gedaan.
Spreker wendt zich vervolgens tot de echtgenote
van de jubilaris en memoreert het wel en wee dat
zij samen met de jubilaris gedragen heeft en steeds
een steun voor hem wasDe zorgen van voorheen
worden thans beloond met het bezit van een tal
rijke schaar gezonde kinderen. Spreker heeft grote
eerbied voor deze mannelijke vitaliteit en vrouwe
lijke wilskracht en noemt hen beiden een toonbeeld
voor de gezinnen in Prinsenbeek.
Na het uitspi'eken van hartelijke woorden van ge
lukwens, wordt de jubilaris namens de gemeente
een gesloten couvert ter hand gesteld. Mej.Joosen
wordt een bouquet aangeboden.
Vervolgens richt zich wethouder BIEMANS tot de
juoilaris met de vol ende woorden:
Mijnheer Joosen.
Heden herdenkt U dan de dag dat 25 jaren geleden
eerst in Princenhage verder in Prinsenbeek trouw
Uw plichten als werkman hebt vervuld.
In Princenhage heb ik U Uw werk dikwijls zien uit
voeren en direct viel me altijd op dat U wel klein,
maar een stoere werker waart, hebt toen wel eens
steentjes ('t vuil er tussen uit moeten wieden);
hetwelk voor U wel wat licht was. U roeg toen om
hulp en had direct enige mensen bij toen kon
met Uw mannen wat meer presteren en daar ging het