-142- U om, het werk moest opschieten; kortom had ambitie voor Uw werkzaamheden. In Prinsenbeek heb ik TJ echter nog beter leren kennen. Ik heb zien werken in diepe sloten (uit de wind) recht in de hete zon, het zweet liep langs het hoofd met forse stralen en geen klacht kwam over Uw lippen. In de oorlog moest .el eens een fietspad op maken, daar kwam een boer met paard aan, ook over het fietspad; opzij zegt hij tegen liet hem door en zei toen niets. Even later kwam de meid van die boet en U zei tegen haar: Ik weet wat U gaat doen, gaat de spmitplanten ui tt re leken, die Uw baas geplant heeft. ïïe boer die over het fiets pad gereden had met zijn paard heeft zeker verband gezocht met de spruitplanten en het paard over het fietspad en hij kwam bij zijn excuus aanbieden. Dit is wel een bewijs dat U niet met U laat kuieren. Op een Zondag kwam wethouder van Baal en ik vra gen of auto-rijden wou leren. Even dacht U na en toen kwam Uw karakter duidelijk naar boven en U zei: Ja, maar dan ook doorzetten, niet halverwege blijven hangen, want anders begin ik er niet aan. hebt het rijden geleerd en men zou wel eens kunnen denken b.v. met 't vuil ophalen, een klein persoontje, rraiaar dat kleine mannetje wipt de em mers en bakken met vuil, geholpen door zijn college gemakkelijk op de wagen. Jubilerende Joosen wij zijn over zeer tevreden, liet werk U steeds opgelegd was nooit teveel of te zwaar. Nooit heb ik van een scheef antwoord gehad en steeds had belangste1 ling voor het werk over de gehele linie in Prinsenbeek. Jubilerende Joosen U staat vandaag in het middel punt der belangstelling; wij zijn echter ook te vreden over het gehele personeel, zowel buiter als op de secretarie en wij zwaaien alle lof toe voor alles wat allen voor deze gemeente hebt ge daan. Nu ga ik eindigen, maar niet nadat ik Mej.Joosen en kinderen hartelijk geluk wens met hun jubileren de vader. Jubilerende Joosen, geve God dat nog vele jaren onze gemeente trouw diene en dat met ïïw vrouw en kinderen nog een lang en gelukkig levai moogt hebben. Het oudste raadslid, de heer BASTIAA. SEN momereert vervolgens dat de jubilaris tijdens zijn wethouder schap als gemeente-arbeider werd aangesteld. Deze aanstelling geschiedde in overleg met het raadslid wijlen J.van Berkum. Er bestond die tijd namelijk behoefte aan bomensnoeiersen aangezien V/out Joo sen deze kunst onder leiding van van Berkum had aangeleerd was de beslissing destijds niet moeilijk. Intussen heeft Wout verschillende jongeren de boomsnoeikunst aangeleerd. Spreker schetst de jubi laris als een werkman uit een goede Joosen's nest, over wiens werkzaamheden men steeds zeer voldaan v/as. Nooit was hem iets teveel. Hem komt dan ook alle lof toe.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 142