-127-
Ingekomen stakken.
Presentiegel den.
Commissie tot we
ring van school
verzuim.
Wederkerig wenst spreker de burgemeester en zijn
gezin een voorspoedig 1952 toe, daarbij tevens de
hoop uitsprekend dat de burgemeester zijn acti
viteit in goede gezondheid zal mogen voortzetten.
De Voorzitter dankt voor de tot hem gerichte
vriendelijke woorden, doch merkt op dat de resul
taten werden bereikt met de gewaardeerde steun
van de raad en de wethouders. Daarom dienen ook
deze in de lof te delen.
Beschikking van Gedeputeerde Staten dd. 14 Januari
1952, G.no.24356 houdende goedkeuring van het
raadsbesluit dd. 20 December 1951 waarbij het pre
sentiegeld werd verhoogd voor het bij?/onen van
raadsvergaderingen tot f.4,en voor het bijwonen
van commissie-vergaderingen tot f.2,
Deze beschikking wordt voor kennisgeving aangenomen.
Verslag over 1551 de*" commissie tot wering van
schoolverzuim, hetwelk onder dankbetuiging voor
kennisgeving wordt aangenomen.
Voorschot 00 de ver- Op grond van ingekomen verzoeken wordt het voor-
goeding ex art.101
der L.O.wet 1920
voor 1952.
Medewerking ingev.
art.72 L.O.wet 1020
Meisjesschool
schot op de vergoeding ex art.101 der L.O.wet 1920
voor 1952 vastgesteld:
voor de Jongensschool op 414 x f.24,75 f.10246,50
en voor de Meisjesschool op 382 x f.24,75
f-9454,50. (Bijlagen nos. 162 en 163)
In behandeling worden genomen een tweetal verzoek-
scnriften van het Bestuur der bijzondere lagere
Meisjesschool alhier, om medewerking overeenkomstig
art.72 der L.01wet 1920
a) voor de aanschaffing van meubilering ten behoeve
van het voortgezet lager onderwijs;
b) voor het afverven en bespuiten van muren in klas
lokalen en gang en aanvulling der tegeih.bestra
ting op de speelplaats.
Jit een hierop door de VOORZITTER gegeven monde
linge toelichting blijkt dat de thans aangevraagde
voorzieningen door de Inspecteur in 1951 naar het
volgend jaar werden verschoven.
De betegeling van de speelplaats betreft slechts
een restant van 165 M2
Vet lid VAN R03MEULEN vraagt of daartoe de bij de
Jongensschool vrijkomende tegels kunnen worden aan
gewend, naar aanleiding waarvan het lid DIKMAN3
opmerkt dat hem ter ore is gekomen het plan van het
hoofd der Jongensschool om de speelplaats te ver
groten; de afrastering ter plaatse is reeds ver
wijderd, zodat de tegels daarvoor wellicht zullen
worden benut
De VOORZITTER merkt naar aanleiding hiervan op
dat destijds bij de gevoerde besprekingen uitdrukke
lijk is overeengekomen dat geen uitbreiding der
speelplaats van de Jongensschool zou plaats vinden.
Als eigenaar van de grond heeft het lid DIKMAN3
bovendien zelf in handen de uitbreiding1 te weren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten
de. gevraagde medewerking te verlenen (Bijlagen nós.
I64 en I65).