-27-
Als Voorzitter van de Ambtenarenbond sta ik er op,
dat de ambtenaren zich geheel uit hun werk en be
slommeringen terugtrekken.
Het lid HHRKS ziet de regeling liever aan de secre
taris zelf overgelaten, die, voor zover hem bekend,
zijn vacantie aanpast aan de omstandigheden.
De VOORZITTER zegt dat èe rechtspositrèregeling
zowel in het belang van de dienst als van de ambte
naar is/
Het lid BAREMAÏTS zegt dat men in het vrije bedrijf
na overleg - ook vrij gelaten wordt in de opname van
zijn vacantiedagen. Het uitoefenen van pressie acht
spreker niet gewenst.
Op een vraag van het lid HURKS of deze aangelegen
heid vooraf met de secretaris is besproken, ant
woordt de KKKicK±¥:.jr±-F, VOORZITTER dat de secretaris
met een dergelijke regeling blij mag zijn, daar
het toch mede in het belang van zijn gezondheid kan
zijn.
Spreker wil hieroger geen ruzie maken, doch blijft
bij zijn besluit
Het lid HURKS ziet de vacantie-regeling in een
kleine gemeente als deze gaarne soepel toegepast.
Het lid BASTIAANSEN memoreert de reeds eerder ge
sproken woorden dat we over goede werklieden be
schikken, welke slechts een karig loon verdienen.
Men moet de mensen geen dwang opleggen.
Het lid HURKS stelt voor de secretaris, ambtenaren
en werklieden volkomen vrij te laten in het opnemen
van hun vacantie, zulks in overleg met hun betrokken
chefs. De secretaris in overleg met de Burgemeester.
Dit voldoend ondersteund voorstel in stemming ge
bracht, wordt met algemene stemmen aangenomen (bij
lage nos. 57, 58 en 59).
Maatschappelijk De VOORZITTER deelt mede dat de Maatschappelijk
Werkster Werkster Mej.van Waes, per 1 September a.s. naar
elders zal vertrekken. Deze uitstekende kracht zal
moeilijk te vervangen zijn. In de vacature zal moe
ten worden voorzien. De gemeente Breda is niet be
reid op de huidige voet voort te gaan. Een gedachte
combinatie met Leur, welke niet ideaal is afge
knapt, nu de gemeente Etten ca het maatschappelijk
werk in de beide kerkdorpen Etten en Leur wil over
koepelen. De Burgemeester van Etten wenst geen com
binatie met Prinsenbeek.
Het gevolg van een en ander is dat deze gemeente
het Maatschappelijk Werk zelfstandig zal moeten
gaan regelen. Verwacht mag worden dat een maatschap
pelijk werkster hier een volle dagtaak zal hebben.
In de kosten kan een Rijksbijdrage van 25 tot 50^
worden verwacht. Het restant moet de gemeente dragen.
De vraag is nu: door welke instantie wordt de maat
schappelijk werkster aangesteld. Mijn mening is,
dat de instantie die betaalt, ook wat te vertellen
dient te hebben. In dit geval dus de gemeente.
De gezinszorg is een demonstratief apparaat, het
maatschappelijk werk daarentegen niet. Bijdragen van
particulieren zijn dan ook niet te verwachten.
Indien de aanstelling van een maatscbappeijk werkster
door een andere instantie dan de gemeente zou ge
schieden, zou de medezeggenschap van de betalende