-72-
NOTULEN VAN HET BEHANDELDE IN DE OPENBARE VERGADERING
VAN DE RAAD DER GEMEENTE PRINSENBEEK, op 30 MAART! 1954-.
Aanwezig ijn de leden: J.van Baal, M.L.van Rosmeulen,
J.Aarts, W.Baremans, J.C.Biemans, A.J.Dikmans, J.
Huijben, A.J.C.Hurks, G.Smits, P.ae Vooght en M.v.d.
Westen.
Voorzitter: P.J.A.Baetens.
Secretaris: H.A.Huijbrechts.
1. Opening, aanwijzing De Voorzitter opent om 18.10 uur de vergadering met
voorstemmer en no- gebed.
tulen. Het lid SMITS wordt bij loting tot voorstemmer aan
gewezen.
De notulen der vorige vergadering worden onveranderc
vastgesteld.
Ingekomen stukken.
Uitbreidingsolan.
a) het bij K.B. van 9 Februari 1954-, no.9 goedge
keurde raadsbesluit dd. 20 November 1953 tot
wijziging der verordening, op de heffing van ver
makelijkheidsbelasting.
b) Schrijven dd. 15 Maart 1954- van de A.N.V.B. inzake
de plaatsing van wegwijzers.
De sub a en b genoemde stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
c) Verzoekschrift dd. 26 Maart 1954- van de N.V.Tri—
colana te Tilburr om aankoop van een strookje grond
(gemeentegrond). Na toelichting door de VOORZITTER
wordt besloten verzoekster te berichten, dat
zodra het bewijs is geleverd dat zij ook het aan
grenzende perceel van Franken in eigendom heeft
verkregen, de raad in principe bereid is het be
doelde strookje gemeentegrond tegen de geschatte
w:arde te verkopen.
d) Verzoek van A. G.Hui jbre gtsKesteren 4- om in af
wijking van het uitbreidingsplan een woning te
bouwen.
De VOORZITTER merkt op dat de raad in deze reeds
eerder ontheffing verleende wat betreft het bou
wen buiten de kom en de grondoppervlakte
Bij de uitvoering van het plan bleek dat de
minimum-afstand van de hoogspanningsdraden van de
P.N.E.M. niet in acht werd genomen.
Huijbregts is daarna ongevraagd op de andere zijde
van het perceel begonnen en wel op een afstand van
minder dan 6 M, ener andere woning en aldus in
strijd met het uitbreidingsplan. Volgens mededeling
van betrokkene zou diens vader niet genegen zijn
meerdere grond aan hem te verkopen.
Het lid AARTS, adviseert het uitbreidingsplan in
deze toe te passen.
Het lid DIKMANS memoreert dat hem reeds een gunst
werd verleend, terwijl wethouder VAN BAAL waar
schuwt voor consequenties in de toekomst.
De VOORZITTER wijst er op dat bij eventuele in
williging van het_verzoek de kans bestaat dat aan
vrager de bouwpremie verliest, aangezien de
Directeur van Bouwtoezicht de verklaring dat het