-99-
11. Goedkeuring begro
ting _1955_Bur_ger-
lijk" Armbestuur
12Bedrag per leer
ling ex art.101
der L0we t 1920
voor 1955.
13Internaatskosten
BL0leerling
bestuur der bijzondere lagere meisjesschool, als
bedoeld in art.205 der L.O.wet 1920.
Deze huurvergoeding, gebaseerd op de taxatie
van 12 December 1921 ad f.22758,a 5%
f.1137,90 werd sinds 1722 aan voornoem!bestuur
uitbetaald.
In 1951/52 zijn de betrokken lokalen totaal ver
nieuwd, terwijl de schoolmeubelen van 1921
reeds lang door andere zijn vervangen.
Spreker komt tot de conclusie dat een huurver
goeding wordt betaald voor iets dat niet meer
aanwezig is.
Aangezien ter zak|ein 1936 geen verzoek als be
doeld in art.205 werd ontvangen, werd de
gemeente niet tot afkoop in de gelegenheid ge
steld.
De VOORZITTER zegt dat de Wet de mogelijkheid
openstelt de huur te verlagen, wanneer deze bui
tensporig hoog mocht zijn. Z.i. is deze mogelijk
heid beperkt tot de oorspronkelijke huurvast-
steling. Spreker vraagt zich daarom af of een
huidige huurverlaging juridisch wel houdbaar zal
zijn. Spreker kan de bezwaren van het lid HURKS
onderschrijven. De huurvergoeding is niet meer
op zijn plaats.
Een eventuele hertaxatie zou tot een beter beeld
leiden.
Het lid HURKS stelt voor de raming ad f.H37i90
op post volgno.l60 van de begroting af te voeren.
Dit voldoende ondersteund voorstel wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Met algemene stemmen wordt vervolgens besloten
tot vaststelling - behoudens afvoering van
post volgno.160 - der geme ntebegroting en der
begroting van het Woningbedrijf voor het dienst-
jaar 1955.
Eveneens met algemene ste men wordt besloten
tot goedkeuring der in concept overgelegde be
groting 1955 van het Burgerlijk Armbestuur.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het bedrag per
leerling ex art.101 der L.O.wet 1920 voor 1955
vastgesteld: voor het gewoon lager onderv/: js
op f.30,en voor het voortgezet gewoon lager
onderwijs op f.40,(bijlage no.139).
In behandeling wordt genomen een nader door de
Maatschappelijk Werkster uitgebracht rapport
ten aanzien van een door Ant.van Opstal, Resteren
3, ingediend verzoek om een bijdrage in de in
ternaatskosten van een BL0.leerling.
Algemeen is men van oordeel dat dit rapport te
subjectief is opgesteld.
Aangezien thans de aanvrage beperkt blijft tot
vergoeding van een bedrag van slechts f.70,
wegens de kosten van de uitzet van het kind, ter
wijl het inkomen van aanvrager steun in deze niet
zou billijken, wordt besloten op het verzoek
afwijzend te beschikken en hem te verwijzen naar
het Burgerlijk Armbestuur.
