-112- Aangezien in dit geval art.72 geen toepassing kan vinden, stelt hij voor adressant niet ont vankelijk te verklaren. De aanvrage kan conform art.81, tweede lid, ter uitvoering in handen van Burgemeester en Wethouders worden gesteld. Spreker wijst nog op de lichtvaardige wijze wa rop de Inspecteur van het lager onderwijs zijn advies op de aanvrage ex art.72 heeft gesteld, terwijl - na protest van gemeentewege - een advies ter zake art.81, tweede lid, wordt uitgebracht. Spreker vraagt zich af, welke waarde nog aan der gelijke adviezen moet worden toegekend. Op een vraag van het lid HURKS of de diverse uit gaven gerechtvaardigd zijn, antwoordt de VOOR ZITTER dat zulks beperkt zal blijven tot slechts enkele posten. Waarom wordt er echter vooraf geen openhartig overleg gepleegd! Op een desbetreffende vraag van het lid SMITS, zegt de VOORZITTER, dat uitsluitend overleg heeft plaats gehad ten aanzien van de scheidings muur. Overeengekomen '3rd dat deze voor de helft door de gemeente zou worden betaalc Het lid VAM DER WESTEN is van oordeel dat de in stanties maar steeds voor voldongen feiten worden ge s te 1 d Het lid HURKS adviseert het Schoolbestuur er in een schrijven op te wijzen dat dergelijke handel wijze in het vervolg niet meer zal worden ge- tollereerd. De VOORZITTER zegt van oordeel te zijn dat zulks generlei effect zal sorteren en men zich maar be lachelijk maakt. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna besloten het Bestuur der Jongensschool niet ontvankelijk te verklaren en de verdere afwikkeling conform art.81, tweede lid der L.O.wet 1920 in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders (Bijlage no150) Sluiting. Nadat van de rondvraag geen gebruik is gemaakt, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. ALDUS VASTGESTELD DOOR DE RAAD DER GE MEENTE PRINSENBEEK IN ZIJN OPENBARE VERGADERING VAN 12 APRIL 1955. DE RAAD VOORNOEMD,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 112