-162-
Spreker verwacht dat de motie niet die gevolgen
zal hebben welke wij daarvan verwachten. Welke
weg moeten wij vinden om hieraan onverwijld
een einde te brengen. Spreker adviseert ver
antwoording te vragen aangaande de inhoud van
het schrijven en de motie tot na de bespreking
aan te houden.
De VOORZITTER zegt wel bereid te zijn tot be
spreking met de besturen der jeugdorganisaties.
Het lid AARTS zegt dit op prijs te stellen.
Na een besbetreffende vraag van het lid HURKS
verklaart de raad de strekking van de motie wel
aanvaardbaar omdat hierin de wijze van behande
ling der aangelegenheden wordt afgekeurd.
De navolgende motie wordt hierna bij hoofde
lijke stemming met algemene stemmen aangenomen;
De Raad der gemeente Prinsenbeek;
in openbare vergadering bijeen op 3 augus
tus 1956;
overwegende dat op 10 mei j.l. kapelaan
J.Romme vanaf de preekstoel op een alle perken
te buitengaande wijze de plaatselijke overheid
meer in het bijzonder heeft aangevallen op het
stuk van vermakelijkheidsbelasting;
dat kapelaan R.Verdurmen in een artikel
over hetzelfde onderwerp in een plaatselijk
blad van 28 juli j.l. het dagelijks bestuur
d.er gemeente en meer in het bijzonder de per
soon van de burgemeester op een persoonlijke
en beledigende wijze heeft aangevallen;
dat van ieder burger en zeker van een R.K.
Geestelijke verwacht mag worden dat hij zich
in zijn argumentatie houdt binnen de perken
van het normaal fatsoen;
dat zowel kapelaan J.Romme als kapelaan
R.Verdurmen in hun handelwijze tegenover de
plaatselijke overheid de fatsoensnormen op on
toelaatbare wijze hebben overschreden;
spreekt zijn afkeuring uit over deze misdra
ging en betreurt dat beide geestelijken zich
in de uitoefening van hun ambt zo ernstig heb
ben vergeten;
gaat over tot de orde van de dag.
Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde en niemand meer
het v/oord verlangend, sluit de Voorzitter de
vergadering met gebed.
VASTGESTELD DOOR DE RAAD DER GEMEENTE
PRINSENBEEK IN ZIJN VERGADERING VAN
18 oktober 1956
Voorzitter.
DE RAAD VOORNOEMD,
ecretaris.