-167-
ljziging aanslui
ting Bouw- en
Woningtoezicht.
Hierna komt ter tafel een voorstel van Burge
meester en Wethouders (Bijlage no.255) tot wij
ziging der aansluiting bij de gemeenschappe
lijke regeling Bouw- en Woningtoezicht West-
Brabant.
Het lid AARTS vraagt dit belangrijk punt in een
raadscommissie vooraf te doen belichten.
De VOORZITTER geeft omtrent dit punt een
uitvoerige toelichting.
Gezien de steeds toenemende kosten verschuldigd
aan Bouwtoezicht West-Brabant ligt het in de 1 e-
doeling, al- of niet in combinatie met de
gemeente Rijsbergen een eigen opzichter aan te
stellen, welke dan met het toezicht op de woning
bouw en verder met de uitvoering van kleine
wegenplannen zou kunnen worden belast.
Aangezien wij bij welstandstoezicht aangesloten
blijven, wordt de band met de Dienst Bouwtoe
zicht niet geheel verbroken. Om deze reden
zullen wij van de Dienst Bouwtoezicht kunnen
blijven profiteren op het gebied van het ont
werpen van grootsere plannen, waarvoor wij
anders op een ingenieursbureau zouden zijn aan
gewezen.
Volgens de gemeenschappelijke regeling moet de
opzegging minstens 1 jaar van tevoren plaats
hebben. Wordt dus vóór 1 januari 1957 opgezegd
dan kan pas per 1 jan ari 1953 worden uitgetre
den.
Mocht men intussen van gedachten veranderd zijn
dan kan het betrokken besluit vóór 1 januari
1953 wederom worden ingetrokken, waarna de
oude toestand bestendigd blijft. Door aldus tel-
kenjare opnieuw te besluiten tot uit- en toe
treding kan men zich veilig stellen voor toe
komstige andere plannen. Wij kunnen ons dan
telkens rustig beraden. Door het nemen van een
formeel besluit verandert de structuur niet.
Na deze uiteenzetting besluit de raad formeel
tot de voorgestelde uittreding.
Burgemeester en Wethouders zullen t.z.t. met een
afgerond voorstel komen, waarin handhaving
van de gewijzigde toestand al- of niet wordt
gerechtvaardigd.
22. Aansluiting per
celen op de water-
leiding.
In behandeling wordt genomen het resultaat
van de door Burgemeester en Wethouders inge-
stalde enquête aangaande de medewerking tot aan
sluiting op de waterleiding.
Van de 40 zijn slechts een twintigtal personen
tot aansluiting bereid.
Het lid HURKS wijst op het euvel dat de water
leiding maatschappij haar buizennet tot aan de
betrokken percelen uitbreidt. Dit is niet langer
te tollereren. De maatschappij moet coulant han
delen tegenover de gemeente.
De VOORZITTER zegt dat de raad twee keuzen
openstaan. Alle percelen aansluiten of geen
enkele. Gedeeltelijke aansluiting is niet mogelijk
omdat de rijksbijdrage daarop is gepland. De
gemeente behoeft in dergelijk geval slechts
f.250,per perceel bij te dragen.