-192-
7. Uitbreidingsplan Vervolgens komt aan de orde een voorstel van
in hoofdzaken. Burgemeester en Wethouders tot vaststelling
van een besluit als bedoeld in art.36, lid 4-,
der Woningwet ter bepaling dat het uitbreidings
plan in hoofdzaak, in voorbereiding is.
Het lid HURKS zegt destijds tegen het uitbrei
dingsplan te hebben gestemd, omdat de bebouwings
voorschriften door hem te zwaar werden geacht.
Bovendien ontbrak het plan in hoofdzaken,
de VOORZITTER zegt dat dit plan formeel wel
werd toegepast, doch daarop geen sanctie bestond.
Er was zelfs geen voorbereidingsplan.
Het lid HURKS merkt op dat C.van Aert ter plaatse
eerst niet en nu plotseling weer wel mag bouwen.
De VOORZITTER zegt dat het in de bedoeling lag
van Aert nog vóór het nemen van het besluit te
helpen. De oorspronkelijk afgewezen gevallen
hebben we nog recht willen trekken. We verkeerden
namelijk in de mening dat de plannen aangenomen
en rechtsgeldig waren.
Op een desbetreffende vraag van het lid HURKS
zegt de VOORZITTER dat het vroegere uitbreidings
plan geen rechtskracht meer heeft.
De VOORZITTER zegt dat het voorbereidingsplan
slechts één jaar geldig is.
In verband met uitbouw der genante dringt hij
echter op vaststelling aan.
Burgemeester en 'Wethouders zullen dan de lopende
aanvragen o.m. van van Aert en Timmers als reeds
eerder ingediend beschouwen.
Onder voorbehoud van deze ristrictie besluit de
raad met algemene stemmen tot vaststelling van
het voorgelegde besluit.
Na toelichting door de VOORZITTER wordt zonder
hoofdelijke stemming besloten tot paltiële wij
ziging van het uitbreidingsplan.(Spoorstraat)
in dier voege dat de gehele B-bebouwing aan de
noordzijde vervalt en wordt gewijzigd in D-be-
bouwing en dat de agrarische bebouwing aan de
zuidzijde eveneens wordt gewijzigd in D-bebouwing
Partiele wijzi
ging uitbrei
dingsplan.
(Spoorstraat)
8. Verkoop gemeen- Vervolgens komt ter tafel een voorstel van Burge-
tewoningen. meester en Wethouders tot verkoop van 28 ge-
me entewoningen.
De VOORZITTER geeft hieromtrent een toelichting
en verzoekt de raad ter zake een formeel besluit
te nemen.
Het lid HURKS merkt op dat de gemeente de goed
kope woningen gaat verkopen om met de duurste
te blijven zitten. Hiermede wordt een vreemd
beeld geschapen. Is zulks redelijk tegenover
toekomstige kopers van duurdere woningen?
De VOORZITTER zegt dat het in de bedoeling ligt
de minderdraagkrachtigen te helpen. Deze mensen
moet op grond van sociale motieven een kans ge
geven worden.
De gemeente moet niet als exploitant van woningen
optreden.
Het lid HUIJBEN merkt op dat er de gemeente toch
geen schade mede lijdt.
Op een desbetreffende vraag van het lid HURKS