-226-
totaal te .garanderen bedrag thans f.41.000,
beloopt.
Tenslotte vraagt het lid J.AARTS of er bij de
gemeente nog meer mogelijkheden bestaan tot het
geven van financiële medewerking aan het Be
stuur van het ';7it Gele Kruis. De Voorzitter
merkt te deze aanzien op, dat de overheid en zo
ook Gedeputeerde Staten bij hun overwegingen er
van uitgaan, dat eerst de particuliere medewer
king zo hoog mogelijk dient te worden opgevoerd
en als deze niet toereikend is, de gemeente bij
dient te springen.
6» Aankoop en onteige- De VOORZITTER zegt, dat conform de wens van de
ning van gronden. Raad contact is opgenomen met de betiekkelijke
eigenaren van de gronden, gelegen in het onteige
ningsplan Valdijk-Beeksestraatom tot minne
lijke verkoop van de gronden over te gaan tegen
een door deskundigen, waaronder enkele raadsle
den vastgestelde prijs. Het resultaat van deze
besprekingen was, dat 5 personen bereid bsleken,
hun grond minnelijk af te staan.
Voorts, zo vervolgt de Voorzitter, is overeenkom
stig het bepaalde in de Wederopbouwwet, de In
specteur van de Volksgezondheid gehoord over de
ingekomen bezwaarschriften. Deze komt tot de
conclusie, dat de onteigening dient te worden
voortgezet om uitvoering te ku.nnetteaifi het uit-
bredi ngsplan.
Het lid HURKS merkt op, dat, nu gebleken is,
dat Burgemeester en Wethouders hebben gedaan wat
in hun vermogen lag om tot minnelijke overeen
komst te komen, de onteigening moet worden door
gezet voor de onwilligen.
De Voorzitter zegt, dat de minnelijke schikkingEn
overigens blijft bestaan, want, ook al is de
onteigening door de Minister goedgekeurd, dan
is de gemeente volgens de wet nog verplicht
binnen één jaar na de datum van het goedgekeurde
raadsbesluit te trachten tot minnelijke aankoop
te komen. Zou de gemeente haar verplichting niet
nakomen, dat vervalt het raadsbesluit tot ont
eigening.
Voorts adviseert de Voorzitter de Raad vervroegde
ingebruikneming der gronden tan te vragen, d.w.z.
het ingebruik nemen der gronden vóór dat de
schadeloosstelling door de rechter is uitgespro
ken, dit ter voorkoming van stagnatie in de uit
voering van het bouwplan.
Tenslotte is het gewenst aan de Rechtbank te ver
zoeken een vervroegde deskundigencommissie te
benoemen. Deze zelfde commissie, aldus de Voor
zitter, zal bij de onteigening definitief door
de Rechtbank worden benoemd en het is niet waar
schijnlijk, dat deze commissie bij de vaststel
ling van haar schaderapport later hiervan zal
afwijken. Een en ander is voor de gemeente van
groot belang in verband met de proceskosten.
Op een vraag van het lid VAN DER WESTEN, of bij
de uitspraak van de vervroegde deskundigencommissie
toch vaststaat, dat de onteigening voortgang
vindt, antwoordt de Voorzitter bevestigend.