-230-
ter plaatse land hebben liggen, zullen door het
opheffen van deze overweg ten zeerste gedupeerd
worden, want naar berekend werd, zouden zij dan
een omweg van circa 1700 meter moeten maken.
Het zou natuurlijk wel mogelijk zijn slechts
een overgang te maken voor het langzame verkeer.
Het lid BIEMANS is van mening, dat de toestand
moet blijven, zoals deze momenteel is, dan kan
niemand er nadeel van hebben.
Wethouder VAN BAAL zegt, dat het zeer wel moge
lijk is, dat er een contract lopende is tussen
de Nederlandse Spoorwegen en Smits van het land
goed Burgst, waardoor opheffing nog niet eens
mogelijk zal zijn.
Het lid HURKS zegt niet te willen ontkennen,
dat de onderhavige overweg een gevaarlijke is,
maar zulks weegt niet op tegen het nadeel van-
de omwonende personen. Hij stelt mitsdien voor
niet op dit voorstel in te gaan.
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
f. Een schrijven van A.Verwijmeren, houdende ver
zoek over te mogen gaan tot aankoop van de ge
meentewoning Schoolstraat 24.
Het advies van Burgemeester en Wethouders luidt,
aldus de Voorzitter, deze woning als dienst
woning te reserveren.
Het lid AARTS spreekt er zijn twijfel over uit,
of deze woning ooit nog wel eens zodanige be
stemming zal krijgen. Hij adviseert de Raad dan
ook een ambtenaar van de secretarie in Prinsen
beek op te doen nemen, waarop de Voorzitter
evenwel repliceert, datzulks niet billijk zou
zijn, nu aan de secretaris ontheffing is ver
leend van de verplichting in Prinsenbeek te
wonen. Het lid AARTS antwoordt hierop, dat dit
geval wel anders ligt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten op
voormeld verzoek afwijzend te beschikken en de
onderwerpelijke woning als dienstwoning te re
serveren.
g. Een schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant, houdende toewijzing van een additioneel
subsidie-contingent.
De VOORZITTER merkt hierbij op, dat het hier de
tien Etna-woningen betreft.
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
h. Een schrijven van de Bank voor Nederlandse
Gemeenten inzake verlenging rekening-courant
overeenkomst voor 1958 voor een crediet, groot
f. 100.000,
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus beslo
ten.
Tenslotte deelt de VOORZITTER nog mede, dat de
Raad een verklaring dient in te zenden aan Gedepu
teerde Staten, waarbij verklaard wordt, dat voor
de woningbouw, voorkomende in het bouwplan, be
horende bij het onteigeningsplan van 9 oktober j.l.
voor welker bouw de beschikking moet worden ver-