-233- 14. Onteigening ingevol- De VOORZITTER zegt, dat hij deze aangelegenheid ge de Wederopbouw- reeds besproken heeft met de fractie-voor- wet. zitters, zodat hij aanneemt, dat de fracties hieromtrent reeds enigermate zijn ingelicht. Op verzoek van het lid HURKS zegt de Voorzitter toe in een besloten vergadering de achtergrond van de onderwerpelijke onteigeningsplannen nader in ogenschouw te zullen nemen. Overigens is het vanzelfsprekend, zo vervolgt de Voorzitter, dat in eerste instantie getracht zal worden de betreffende gronden vrijwillig aan te kopen, maar om te voorkomen, dat de ont eigeningsprocedure, die ten aanzien van diverse personen toch zal moeten worden ingezet en die als regel toch al lang genoeg duurt, nog niet langer te rekken, is het gewenst, dat de raad een principe-besluit neemt, zodat bekendmakin gen enz. thans reeds plaats kunnen vinden. Conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders wordt tot onteigening van de in het voorstel nader genoemde percelen grond besloten. Invoering van een Het lid AARTS is van oordeel, dat hierover niet straataanlegbe- gemakkelijk een besluit te nemen is, het voor- lasting. stel moet terdege bestudeerd worden. Hij advi seert de raad het voorstel met ontwerp-verorde- ning gestencild aan de raadsleden toe te zenden, opdat zij zich alvorens een beslissing te nemen, nader omtrent het voorstel kunnen beraden. De VOORZITTER zegt in zijn verweer, dat de raad reeds meerdere malen met het principe van deze verordening geconfronteerd is en dat de aan het voorstel gehechte voorbeelden omtrent de grondslagen van de belasting geen twijfel over laten. Het lid AARTS vindt echter, dat de koper eerst de belasting aan de gemeente moet betalen en daarna nog eens straatbelasting over dat geé deelte, dit is naar zijn mening, onbillijk. De VOORZITTER repliceert hierop, dat het in de eerste plaats de gemeente is, die zich moeite en kosten getroost heeft de bepaalde weg tot stand te brengen, en dat het niet meer dan bil lijk is, dat degene, die hiervan profiteert, i.e. de grondverkoper - immers door de tot stand gebrachte voorzieningen is de waarde van zijn bouwterrein in waarde gestegen - zijn bijdrage hiervoor levert. Bovendien, zo vervolgt de Voor zitter, heeft de gemeente tot in lengte van dagen het onderhoud van die weg onder zich. Het lid HURKS is van mening, dat de wegen be paaldelijk genoemd dienen te worden, wel wordt in het voorstel de wegen genoemd, maar in de ver ordening komt dit niet tot uitdrukking. Besloten wordt derhalve in de verordening op te nemen dat het hier betreft bestaande, in het uitbrei dingsplan in onderdelen genoemde straten. Op voorstel van het lid SMITS wordt een over gangsbepaling opgenomen, waaruit zal blijken, dat de verordening niet van toepassing is op bouwplannen, die vóór 19 december 1957 zijn ingekomen. Ten aanzien van de financieel-administratieve

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 233