-186-
13. Herbenoeming M.L. De heer M.L.van Rosmeulen wordt met algemene
v.RosmeuTën tot lid stemmen herbenoemd tot lid van het Burgerlijk
Burg.Armbestuur. Armbestuur.
14. Beroepschriften In behandeling wordt genomen een door J,Klep
tegen geweigerde te Prinsenbeek, Burgstsedreef 5 ingediend bezwaar-
bouwvergunningenschrift tegen een besluit van Burgemeester en
Wethouders tot weigering van een vergunning tot
het bouwen van een woonhuis met garage .aan de
Mr.Bierensweg.
De VOORZITTER zegt dat Klep destijds een niet
aan de wettelijke eisen voldoend verzoek indiende.
Op deze niet-officiele aanvrage werd dan ook
geen officieel afwijzingsbesluit genomen. Klep
komt hiertegen dan ook ten onrechte in beroep.
Het lid AARTS zegt dat Klep werd medegedeeld,
dat het overgelegde schetsplan in strijd zou zijn
met het uitbreidingsplan. Had hij aan de formele
eisen voldaan, dar had er een officieel afwijzings
besluit genomen kunnen worden. Thans wordt hij er
de dupe van. Klep beroept er zich op dat op het
tijdstip der aanvrage nog geen uitbreidingsplan
bestond.
De VOORZITTER zegt dat het uitbreidingsplan in
voorbereiding was. De raad heeft hier een rech
terlijke- en geen beleidsfunctie. De raad heeft
antwoord te geven op de vraag of Burgemeester en
Wethouders de voorschriften al- of niet goed
hebben toegepast.
Spreker herhaalt dat Klep zijn beroepsrecht mist,
omdat hij niet aan de formele eisen heeft voldaan.
Het lid AARTS zegt dat Klep de formele aanvrage
achterwege heeft gelaten, omdat er voor hem toch
geen mogelijkheden bestonden.
Toch zou de vestiging van een garage-bedrijf een
oplossing voor de gemeente betekenen.
Het lid HTJRKS stelt een nadere bespreking tussen
Burgemeester en Wethouders en Klep voor.
Het uitbreidingsplan moet in een landelijke ge
meente als deze niet te streng worden toegepast.
De vaststelling is destijds te snel en ondoor
dacht doorgestompt.
Het lid DIKMANS verwacht dat Klep na nadere be
spreking wellicht tot andere gedachten zal komen
en misschien bereid zal gevonden worden op een
andere plaats te bouwen.
Het lid AARTS vraagt of aan Klep destijds wel een
juist advies werd gegeven.
De VOORZITTER herhaalt dat de aanvrage moest
worden geweigerd, omdat informeel gehandeld werd.
Op een vraag van het lid SMITS zegt de VOORZITTER
dat steeds een hernieuwde aanvrage kan worden
gedaan.
Het lid AARTS zegt de mening te zijn toegedaan,
dat de raad in deze niet voldoende geïnformeerd
is, waarom hij voorstelt de beslissing tot maxi
mum 1 maand te verdagen.
Op verzoek van het lid HURKS zal dszs dan intussen
een bespreking met Klep plaats hebben. Aldus
wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.